Optie
OPTIMALISEREN
RESOLUTIE
RET
NLWW
Waarden
Lijst met parameters
300
600
FASTRES 1200
PRORES 1200
UIT
LICHT
NORMAAL
DONKER
Uitleg
De standaardfusermodus is NORMAAL voor alle soorten
afdrukmateriaal behalve transparanten (LAAG 3) en ruw
papier (HOOG 1).
VOORZICHTIG
Wijzig de fusermodus voor
transparanten niet. Als u de instelling LAAG 3 niet
gebruikt tijdens het afdrukken van transparanten,
kunnen het apparaat en de fuser beschadigd raken.
Selecteer in de printerdriver altijd Transparant als de
soort afdrukmateriaal en stel via het
bedieningspaneel de ladesoort in op
TRANSPARANT.
Als u MODI HERSTELLEN selecteert, wordt de
fusermodus voor elk soort afdrukmateriaal teruggezet
op de standaardinstelling.
Hiermee optimaliseert u bepaalde parameters voor alle taken
in plaats van (of naast) alleen parameters te optimaliseren voor
bepaalde papiersoorten.
Hiermee selecteert u de resolutie. Alle waarden worden met
dezelfde snelheid afgedrukt.
300: produceert conceptkwaliteit en kan worden gebruikt voor
compatibiliteit met de HP LaserJet III-apparaten.
600: produceert een hoge afdrukkwaliteit en kan worden
gebruikt voor compatibiliteit met de HP LaserJet 4-apparaten.
FASTRES 1200: biedt een afdrukkwaliteit van 1200 dpi om
snel tekst en afbeeldingen van hoge kwaliteit af te drukken
voor professionele doeleinden.
PRORES 1200: biedt een afdrukkwaliteit van 1200 dpi om snel
lijnwerk en illustraties van hoge kwaliteit af te drukken voor
professionele doeleinden.
Opmerking
U kunt de resolutie het beste vanuit het
programma of de printerdriver instellen. (De
instellingen van het programma en de printerdriver
hebben voorrang op de instellingen van het
bedieningspaneel.)
De standaardinstelling is FASTRES 1200.
Gebruik de instelling van de Resolution Enhancement-
Technology (REt) om afdrukken met gladde hoeken, krommen
en randen te verkrijgen.
Als de afdrukresolutie is ingesteld op FastRes 1200 of
ProRes 1200 heeft REt geen invloed op de afdrukkwaliteit. Alle
overige afdrukresoluties hebben voordeel van REt.
Opmerking
U kunt de REt-instelling het beste
vanuit het programma of de printerdriver instellen. (De
instellingen van het programma en de printerdriver
hebben voorrang op de instellingen van het
bedieningspaneel.)
De standaardinstelling is MEDIUM.
Menu Apparaat configureren
27