•
Controleer het terrein waar u de machine gaat
gebruiken op oneffen oppervlakken of verborgen
gevaren.
•
Zorg ervoor dat er zich geen omstanders in het
werkgebied bevinden voordat u de machine start.
Zet de machine af als iemand het gebied betreedt.
Brandstofveiligheid
•
Wees zeer voorzichtig bij het omgaan met
brandstof. Brandstof is ontvlambaar en de dampen
kunnen tot ontploffing komen.
•
Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
•
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik
voor de brandstof.
•
Wanneer de motor loopt of heet is, mag u
de brandstofdop niet verwijderen of brandstof
toevoegen.
•
Geen brandstof bijvullen of aftappen in een
afgesloten ruimte.
•
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
•
Probeer de motor niet te starten als u brandstof
hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur
of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn
verdwenen.
•
Om te voorkomen dat een statische lading
de brandstof doet ontbranden, verwijdert u de
machine van de truck of aanhanger en tankt u op
de grond, uit de buurt van alle voertuigen. Indien
dit niet mogelijk is, plaats dan een draagbaar
brandstofvat op de grond, uit de buurt van alle
voertuigen, en vul dit; tank de machine vervolgens
bij uit het brandstofvat in plaats van met een
vulpistool van een pomp.
•
Houd het vulpistool voortdurend in contact met de
rand van de brandstoftank of de opening van de
brandstofhouder totdat het bijvullen voltooid is.
Vergrendel het vulpistool niet in de open stand.
Brandstof bijvullen
Aanbevolen brandstof
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
of biodieselbrandstof met een laag (<500 ppm)
of ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte. Het
cetaangetal moet minimaal 40 zijn. Koop brandstof in
hoeveelheden die u binnen 180 dagen kunt gebruiken
zodat u altijd verse brandstof heeft.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof
bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en
een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7 °C zal draagt bij aan een langere
20