Onderhoud / Vervanging
7.3
Het bedrijfsvloeistofreservoir vervangen
26
Aansluitstekker 10.1 van de aandrijfelektronica losschroeven en verwijderen.
De turbopomp op de gesloten hoogvacuümflens zetten.
Binnenzeskantschroeven 10e van de bevestiging van de netvoeding losschroeven.
De netvoeding uit de pomp verwijderen.
De in te bouwen netvoeding in de omgekeerde volgorde inbouwen.
Gevaar voor vergiftiging door contact met stoffen die schadelijk zijn voor de ge-
zondheid.
Het bedrijfsvloeistofreservoir en de onderdelen van de pomp kunnen giftige stoffen uit
de verpompte media bevatten.
Het bedrijfsvloeistofreservoir conform de geldende voorschriften afvoeren. Veilig-
heidsinformatieblad op aanvraag of op www.pfeiffer-vacuum.com
Gevaar voor de gezondheid of milieuverontreiniging door verontreiniging verhinde-
ren door passende veiligheidsmaatregelen.
De onderdelen voor de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden ontsmetten.
Vullen met bedrijfsvloeistof
Het bedrijfsvloeistofreservoir is met toereikende bedrijfsvloeistof gevuld.
Geen aanvullende bedrijfsvloeistof bijvullen.
De vacuümpomp uitschakelen, op atmosferische druk beluchten en laten afkoelen.
De vacuümpomp indien nodig uit de installatie verwijderen.
De flensopeningen afsluiten met de oorspronkelijke beschermkappen.
De turbopomp op de gesloten hoogvacuümflens zetten.
Ingebouwde netvoeding volgens de voorschriften demonteren.
6
73
Fig. 12: Montage / demontage van bedrijfsvloeistofreservoir
6
Afsluitdeksel
7
Bedrijfsvloeistofreservoir
De binnenzeskantschroeven (3x) van het deksel aan de onderkant van de turbopomp
losdraaien en verwijderen.
WAARSCHUWING
55
7a
7 a
Porex-staaf
15
Oliespatring
7
15
55
Inbusschroef
73
O-ring