Installatie
5.4
Aansluitingen op de turbopomp
Aandrijfelektronica
Stekker afstandsbe-
diening
16
Stiftschroef en potgat
Indien gebruikt: het beschermrooster of splinterscherm met de klemlip omlaag in de
hoogvacuümflens van de turbopomp installeren.
De afdichting precies in de groef installeren.
De flens door 20 stiftschroeven (M8) met onderlegplaatje en moeren bevestigen en
met een aanhaalmoment van 22 ±2 Nm omlopend aanhalen. Vervolgens het draaimo-
ment controleren, aangezien de schroeven door het vloeien van het afdichtingsmate-
riaal vaster aangedraaid moeten worden.
Zeskantschroeven en doorsteekboorgat
Indien gebruikt: het beschermrooster of splinterscherm met de klemlip omlaag in de
hoogvacuümflens van de turbopomp installeren.
De afdichting precies in de groef installeren.
De flens door 20 zeskantschroeven (M8) met onderlegplaatje en moeren bevestigen
en met een aanhaalmoment van 22 ±2 Nm omlopend aanhalen. Vervolgens het draai-
moment controleren, aangezien de schroeven door het vloeien van het afdichtings-
materiaal vaster aangedraaid moeten worden.
De turbopompen met geïntegreerde aandrijfelektronica zijn ontworpen voor verschillen-
de toepassingsbereiken. Daarvoor kunnen verschillende aansluitpanelen worden geko-
zen.
● TC 400 in standaarduitvoering
● TC 400 PB voor Profibus-aansluiting
● TC 400 E74 overeenkomstig Semi E74
● TC 400 DN voor DeviceNet-aansluiting
Uitgebreide aanwijzingen over de werking, configuratie en gebruik met het aansluitpa-
neel bevinden zich in de specifieke handleiding voor de gebruiker voor de betreffende
aandrijfelektronica.
Bij de levering is een contrastekker voor de 26-polige aansluiting met de benaming
"remote" aan de TC 400 bijgesloten. In de contrastekker worden de volgende aansluitin-
gen met de voedingsspanning (Pin 1) overbrugd en hierdoor kan de turbopomp zonder
aanvullend bedieningssysteem of afstandsbediening in bedrijf worden gesteld:
● Pin 2, inschakeling beluchten "ja"
● Pin 3, Motor pomp "aan"
● Pin 4, Pompinstallatie "aan"
● Pin 14, Afstandsbediening voorrang
Contrastekker op de aansluiting "remote" in de TC 400 steken en vastzetten.
Automatische start
Na het overbruggen van de contactpen 1, 3, 4, 14 bij de aansluiting "remote" of gebruik
van de meegeleverde contrastekker en het aanleggen van de voedingsspanning start
de turbopomp onmiddellijk.
De netvoeding van de turbopomp pas vlak voor de inbedrijfstelling inschakelen.
VOORZICHTIG