Bedieningsorganen
Bedieningspaneel aandrijfunit
Figuur 10
De snelheid van zelfaandrijving selecteren
De snelheid vooruit van de machine wordt geregeld
door het MatchDrive
®
instellingen en een optie variabele snelheid. Door
de snelheid van zelfaandrijving in te stellen, kunnen
bestuurders op meerdere machines een consistente
maaikwaliteit en prestatieniveau bereiken.
Druk op de knop voor de snelheidsregeling op
het bedieningspaneel van de aandrijfunit om te
schakelen tussen de vaste snelheidsinstellingen. Er
zal een lampje gaan branden onder de geselecteerde
snelheidsinstelling:
•
I – Traag – 3,0 km/h
•
II – Medium – 4,0 km/h
•
III – Snel – 5,2 km/h
Figuur 11
In deze afbeelding is de instelling voor lage snelheid
geselecteerd.
1. Snelheidsknop
systeem en heeft drie vaste
Met de instelling IV
kunt u de snelheid van de machine regelen met het
regelwiel op de elektrische startknop. Draai het wiel
naar rechts om te versnellen en naar links om te
vertragen, van een lage snelheid van 1,6 km/h naar
een hoge snelheid van 5,6 km/h.
g435935
1. Vertragen
2. Versnellen
De instelling van het mestoerental aanpassen
Deze machine heeft 2 instellingen voor het
mestoerental: S
Wanneer het mestoerental is ingesteld op S
blijft het mestoerental altijd op een vast toerental.
Wanneer het mestoerental is ingesteld op E
het mestoerental altijd op het laagste toerental (tenzij
de machine zwaar wordt belast). Deze snelheid is
ideaal voor het mulchen van gras na het maaien en
hierbij wordt de accu het efficiëntst gebruikt.
Instelling voor mestoerental
S
TANDAARD
E
CO
De machine start automatisch in de instelling
g435780
S
. Druk op de knop voor het mestoerental
TANDAARD
op het bedieningspaneel van de aandrijfunit om de
instelling voor het mestoerental te wijzigen
13).
14
(Figuur
11) op de snelheidsknop
Figuur 12
3. Wiel voor toerentalregeling
en E
.
TANDAARD
CO
Toerental (tpm)
2800
2400
g497025
,
TANDAARD
, blijft
CO
(Figuur