INSTALLATIE
3
2
1
Voor 230 V eenfasige aansluiting
met een nuldraad zijn de
aansluitklemmen 1-2-3 en
1
4-5 overbrugd en wordt de
aardedraad op de aardingsklem
aangesloten.
Voor 400/230 V tweefasige aanslu-
iting met een nuldraad zijn de
aansluitklemmen 2-3 en 4-5 over-
2
brugd en wordt de aardedraad op
de aardingsklem
Voor 400/230 V driefasige aanslu-
iting met een nuldraad, zijn de
aansluitklemmen 4-5 overbrugd,
worden de individuele fasedraden
op respectievelijk de aansluitklem-
3
men 1, 2, 3 aangesloten, wordt de
nuldraad op de overbruggingsklem-
men 4-5 aangesloten en wordt de
aardedraad op de aardingsklem
aangesloten.
L1, L2, L3 - Fasedraden; N - Nuldraad; PE - Aardedraad
De pijlen in de bovenstaande schema's geven aan waar u de individuele kabeldraden
Waarschuwing: Als het netsnoer van het apparaat beschadigd is, moet het worden vervangen
door de fabrikant, zijn klantenservice of door een gekwalificeerde vakman.
4
Waarschuwing: Spanning van verwarmingsele-
5
In geval van een aansluiting moet de aardedraad
worden aangesloten op de
aangesloten.
dient aan te sluiten.
Verbindingsdiagram
menten 230V.
3
2
1N~
1
L1
3
2
2N~
L2
1
L1
3
L3
2
3N~
L2
1
L1
50
PE-aansluitklem.
Aanbevolen
type
aansluitkabel
4
H05VV-F3G4
5
N
3x 4 mm
PE
4
5
H05VV-F4G4
N
4x 4 mm
PE
4
5
H05VV-F5G1,5
N
5x 1,5 mm
PE
2
2
2