Verbinden met een draadloze LAN
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer en een computer kunt aansluiten met
behulp van een draadloos LAN. Voor de C824 en ES8434 is de draadloze LAN-module
vereist voor een draadloze verbinding.
Installatie van de draadloze LAN-module (alleen C824, ES8434)
• Draadloos (Infrastructuur) en draadloos (AP Modus) kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.
• Plaats geen elektronische producten die zwakke radiogolven uitstralen (zoals magnetrons of digitale draadloze
telefoons) nabij de machine.
• De communicatie snelheid van een Draadloze LAN verbinding kan trager zijn dan die van een bedrade LAN of USB
verbinding afhankelijk van de omgeving. Wanneer u veel gegevens witl printen zoals een foto, wordt het aanbevolen
om te printen met een bedrade LAN of USB verbinding.
• Deze printer kan bekabeld LAN en draadloos LAN tegelijkertijd gebruiken. Als het bekabelde en draadloze netwerk
op hetzelfde subnet zijn aangesloten, kan de communicatie onstabiel worden.
•
Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructuur)
•
Direct met de machine verbinden (AP Mode)
Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructuur)
• Installeer dit apparaat op een plek met een goed uitzicht en in de buurt van een draadloos toegangspunt. (We stellen
voor dat de afstand tussen het apparaat en het draadloze apparaat 30 meter of minder is.)
• Wanneer er metaal, aluminium belemmering, of een versterkte betonnen wand tussen de printer en draadloze LAN
toegangspunten is, worden verbindingen moeilijker om te verkrijgen.
• [Wireless(Infrastructure) (Draadloos (Infrastructuur))] en [Wireless(AP Mode) (Draadloze (AP-mod))] kunnen niet
tegelijk worden ingeschakeld.
• Als u verbinding maakt met 2,4 GHz, gebruikt u de kanalen 1 tot 11. Kanalen 12 en 13 zijn niet beschikbaar.
Draadloos LAN (infrastructuur) inschakelen
1
Schakel de printer in.
2
Druk verschillende keren op de scrolknop
Setting (Instelling draadloze (infrastructuur))] te selecteren en druk op de knop
«ENTER (ENTER)».
3
Voer het beheerderswachtwoord in met de cijfertoetsen (0-9) en druk op de
knop «ENTER (ENTER)».
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "123456". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
4
Als [Wireless (Infrastructure) Draadloos (infrastructuur)] op [Disable
(Uitgeschakeld)] staat druk dan op de scrolknop
(Ingeschakeld)] te selecteren.
5
Druk op de knop «ENTER (ENTER)».
Verbinden met een Toegangspunt
Er zijn drie verbindingsmethodes:. Verbinding maken met WPS is de gemakkelijkste manier
en wordt gebruikt voor normaal gebruik.
Aansluiten op WPS
Aansluiten door een draadloos LAN-toegangspunt te selecteren op het bedieningspaneel
Aansluiten door handmatige instelling van het bedieningspaneel
- 39 -
3. Aansluiten op een computer
om [Wireless(Infrastructure)
om [Enable