Let op:
Luchtfilters die lange tijd zijn gebruikt,
kunnen niet volledig worden gereinigd. Vervang
het luchtfilter regelmatig. Beschadigde luchtfilters
moeten altijd vervangen worden.
3. Zorg er bij het monteren van het luchtfilter voor dat
het volledig tegen de filterhouder zit.
Kunststof schuimfilter reinigen (LB 144)
OPGELET:
de luchtfilters. De slijtage van de motor
neemt toe als de lucht vuil is.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel (A). (Fig. 37)
2. Verwijder de kunststof schuimfilters (B).
OPGELET:
schuimfilters op schade of slijtage.
Vervang alle beschadigde kunststof
schuimfilters.
3. Reinig de kunststof schuimfilters met water en zeep.
4. Spoel de kunststof schuimfilters af in schoon water.
5. Knijp het water uit de kunststof schuimfilters en laat
ze drogen.
OPGELET:
Dit kan het kunststof schuimfilter
beschadigen.
6. Smeer de kunststof schuimfilters met motorolie.
7. Duw een schone doek tegen het kunststof
schuimfilter om overtollige olie te verwijderen.
8. Monteer de kunststof schuimfilters. Zorg ervoor
dat de kunststof schuimfilters volledig tegen de
luchtfilterhouder aanligt.
9. Breng het luchtfilterdeksel aan.
Accuonderhoud (LB 244E)
De accu is onderhoudsvrij. Laat alleen een erkend
servicebedrijf onderhoud aan de accu uitvoeren als dat
nodig is.
De accu voor de eerste keer gebruiken (LB
244E)
OPGELET:
raken. Als de accu leeg raakt, kan dit
schade aan de accu veroorzaken.
U moet de accu opladen voor het eerste gebruik.
1. Sluit de acculader aan op de accu, zie
opladen (LB 244E) op pagina 247 .
2. Wacht totdat er minimaal 1 groene led gaat branden.
3. Sluit de accu aan op de motor, zie
startfunctie (LB 244E) op pagina 243 .
2172 - 004 - 07.11.2024
Start de motor niet zonder
Controleer de kunststof
Gebruik geen perslucht.
Laat de accu niet leeg
De accu
Elektrische
De accu opladen (LB 244E)
Als slechts 1 of 0 indicatielampjes op de accu branden,
moet u de accu opladen. Een lege accu wordt in 2
uur volledig opgeladen. De accu raakt niet beschadigd
wanneer deze kortere periodes wordt opgeladen.
1. Sluit de acculader aan op de accu. (Fig. 38)
2. Sluit de acculader aan op een stopcontact, 100-240
V, 50-60 Hz.
3. Haal eerst de oplader uit het stopcontact en haal
daarna de oplader uit de accu.
Status van acculader
Led-display op de accu
Led 1 knippert rood.
Led 1 is constant rood.
Led 1 is groen en led 2 is rood.
Led 1 en 2 zijn groen en led 3 is rood. 55%-77%
Led 1, 2 en 3 zijn groen en led 4 is
rood.
Indicatielampje op de ac-
culader
Constant brandend rood
lampje
Constant brandend groen
lampje
De bougie controleren
OPGELET:
bougietype. Een verkeerd type bougie kan
schade aan het product veroorzaken.
•
Controleer de bougie als de motor weinig vermogen
heeft, niet gemakkelijk te starten is of stationair niet
goed draait.
•
Volg deze instructies om het risico van ongewenst
materiaal op de elektroden van de bougie te
beperken:
a) Zorg ervoor dat het stationair toerental altijd juist
is afgesteld.
b) Zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) Zorg dat het luchtfilter schoon is.
•
Maak de bougie schoon als deze vuil is en
controleer of de afstand tussen de elektroden correct
Technische gegevens op pagina 250 . (Fig. 39)
is, zie
•
Vervang de bougie indien nodig.
Status
1%-9%
10%-32%
33%-54%
78%-100%
Status
De accu wordt opgeladen.
De accu is volledig opge-
laden.
Gebruik altijd het juiste
247