Reparaties
De bedieningsvelden reageren niet, de aanduiding op alle
bedieningsvelden toont „L".
2 De vergrendelingsfunctie is ingeschakeld.
1 Schakel de vergrendeling uit.
, „4.4.5 Functie vergrendeling" (pagina 27).
De weergave op het bedieningspaneel toont „E".
2 Een foutmelding verhindert het gebruik van het apparaat.
1 Het apparaat minimaal 10 minuten scheiden van de
voedingsspanning.
1 Het apparaat weer aansluiten op de
voedingsspanning.
1 Het apparaat inschakelen.
De weergave op het bedieningspaneel toont „Er03".
2 Een object of vloeistof bedekt de toetsen van het
bedieningspaneel. Dit kan ertoe leiden dat een toets
continu wordt ingedrukt.
1 Reinig het bedieningspaneel.
De weergave op het bedieningspaneel toont „E2".
2 De kookplaat is oververhit.
1 Het apparaat uitschakelen.
1 Laat het apparaat afkoelen.
1 Het apparaat weer inschakelen.
De weergave op het bedieningspaneel toont „E8".
2 De luchtinlaat van de ventilator is verstopt.
1 Het apparaat uitschakelen.
1 Verwijder storende voorwerpen bij de luchtinlaat van
de ventilator.
1 Het apparaat weer inschakelen.
De weergave op het bedieningspaneel toont „U400".
2 Er is een communicatiefout opgetreden.
1 Schakel het apparaat spanningsvrij.
1 Het apparaat weer inschakelen.
De weergave op het bedieningspaneel toont „Er47".
2 Er is een communicatiefout opgetreden.
1 Schakel het apparaat spanningsvrij.
1 Het apparaat weer inschakelen.
Geurvorming tijdens het bedrijf.
2 De filtervulling is verbruikt.
1 Vervang de filtervulling.
, „Filtervulling vervangen (bij circulatiemodus)"
(pagina 34).
36
Slechte prestaties van het apparaat.
2 Inlaatrooster of afscheidingsinzet zijn verstopt.
1 Reinig de apparaatonderdelen.
, „5.2 Reinigingsmaatregelen" (pagina 32).
2 Het circulatiefilter is dichtgeslibd.
1 Vervang de filtervulling van het circulatiefilter.
, „Filtervulling vervangen (bij circulatiemodus)"
(pagina 34).
2 Het afzuigkanaal is ondeskundig aangesloten of gelegd.
1 Contact opnemen met uw dealer of de klantenservice.
Kookdampen zetten zich aan meubels, keukenkastjes of het
plafond af.
2 Rookontwikkeling door het verhitten van oliën en vetten
met te hoge temperatuur.
1 Let op het rookpunt van de gebruikt olie of vet.
Gegevens daartoe ontvangt u van de desbetreffende
fabrikant.
Vocht in de ventilatorbehuizing.
2 Druppel- of spatwater binnengedrongen in de
ventilatorbehuizing.
2 Vloeistof (bijv. uit vazen, flessen op het apparaat)
binnengedrongen in de ventilatorbehuizing.
1 De stroomtoevoer onmiddellijk onderbreken, door het
verwijderende van de zekering.
1 Zorg dat de stroomtoevoer van het apparaat niet
onbedoeld wordt heringeschakeld. Laat bijv. iemand
verhinderen dat de zekering wordt ingeschakeld.
1 Zorg dat verder geen vloeistoffen kunnen
binnendringen in de ventilatorbehuizing.
1 Laat de ventilatorbehuizing drogen.
1 Laat de ventilatorbehuizing door gekwalificeerd
vakpersoneel controleren en repareren, voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt.
Geluiden tijdens het koken (bijv. brommen, klikken of fluiten).
2 Dat is geen storing! Zelfs als de kookplaat storingsvrij
functioneert en de pannenset geschikt is voor de
inductiekookplaat, kunnen geluiden optreden tijdens het
koken.
, „4.2 Koken met inductie" (pagina 23).
Kan een storing niet worden verholpen:
1 Contact opnemen met uw dealer of de klantenservice.
Bij beschadiging van het apparaat of afzonderlijke
componenten (bijv. netsnoer en elektrische aansluitkabels),
is het gebruik van het apparaat verboden.
1 Contact opnemen met uw dealer of de klantenservice.
6006540_a – 12.01.2023