Reiniging
Kookplaat
Met de reinigingsfunctie kan het bedieningspaneel
20 seconden worden vergrendeld, om onbedoeld
inschakelen te verhinderen.
, „4.4.4 Functie reiniging" (pagina 27).
1 Reinig de kookplaat met een vochtige doek of met
speciale producten voor keramische kookplaten.
1 Verdwijnen vlekken of afzettingen niet, gebruik dan voor
keramische kookplaten geschikte sponzen of een krabber
met een scheermesje.
1 De kookplaat droogvegen met een zachte doek.
Bedieningspaneel
1 Reinig het bedieningspaneel met een pluisvrije,
licht vochtige doek (bijv. een microvezeldoek).
1 Het bedieningspaneel droogwrijven met een pluisvrije,
zachte doek.
Inlaatrooster, afscheidingsinzet
Het apparaat zuigt vuildeeltjes (bijv. vet- en oliedeeltjes) met
de lucht uit de ruimte aan. In de afscheidingsinzet worden de
vuildeeltjes afgescheiden en verzameld.
1 Inlaatrooster en afscheidingsinzet verwijderen.
1 Zorg ervoor dat het scheidingselement niet op de
kookplaat wordt geplaatst, aangezien de automatische
pannendetectie het apparaat kan inschakelen.
6006540_a – 12.01.2023
1 Druk op de knoppen aan de zijkant om het boven- en
onderstuk los te koppelen van het afscheidingsinzet.
1 Leeg de opvangbak van het afscheidingsinzet.
1 Reinig inlaatrooster en afscheidingsinzet met een zachte,
vochtige doek of in de vaatwasser.
1 Wrijf de onderdelen met een zachte doek droog.
1 Zorg dat de onderdelen volledig droog zijn.
1 Reinig de binnenzijde van het apparaat na het
verwijderen van de onderdelen met een zachte, vochtige
doek.
Na de reiniging inlaatrooster en afscheidingsinzet weer
plaatsen.
33