Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen, zodat
de optimale instellingen voor specifieke composities volledig automatisch
worden geselecteerd.
Zoombalk
Scherpstelbereik (bij benadering)
46
1
Schakel de camera in.
z
z
Druk op de ON/OFF-knop.
X
X
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2
Open de modus <A>.
z
z
Stel het programmakeuzewiel in
op <A>.
z
z
Richt de camera op het onderwerp. Terwijl
de camera de compositie bepaalt, maakt
deze een licht klikkend geluid.
X
X
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden
rechtsboven in het scherm weergegeven
(= 5 1, 53).
X
X
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3
Kies de compositie.
z
z
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen duwt
u de knop naar <j> (groothoek). (Op het
scherm verschijnt de zoombalk, die de
zoompositie aangeeft.)
z
z
Om snel in of uit te zoomen beweegt u de
zoomknop helemaal naar <i> (telelens)
of <j> (groothoek) en om langzaam in
of uit te zoomen, beweegt u de zoomknop
een beetje in de gewenste richting.
Foto's
Films