[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt,
en opnemen is niet mogelijk (= 4 9).
[
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
•
Stel [IS modus] in op [Continu] (= 1 47).
•
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [h] (= 1 42).
•
Verhoog de ISO-waarde (= 1 17).
•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] op [Uit] zetten (= 1 47).
De opnamen zijn niet scherp.
•
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (= 3 9).
•
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (= 2 76).
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (= 8 2).
•
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
•
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
(= 1 34, 140).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen
voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen
half in te drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
•
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [h] (= 1 42).
•
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (= 1 15).
•
Pas het contrast aan met i-Contrast (= 1 20, 192).
•
Gebruik AE lock of spotmeting (= 1 15, 116).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
•
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!] (= 4 7).
•
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (= 1 15).
•
Gebruik AE lock of spotmeting (= 1 15, 116).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (= 4 9).
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 2 76).
•
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het niveau
voor de flitsuitvoer te wijzigen (= 1 44, 145).
•
Verhoog de ISO-waarde (= 1 17).
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights
zijn vervaagd.
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 2 76).
•
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!] (= 4 7).
•
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het niveau
voor de flitsuitvoer te wijzigen (= 1 44, 153).
Problemen oplossen
249