Flitser
De flitsbelichtingscompensatie aanpassen
Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 1 15) kunt u de
flitsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
•
Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera tijdens het
flitsen automatisch de sluitertijd of diafragmawaarde aan om vervaagde
highlights te verminderen en opnamen te maken met een optimale belichting.
U kunt automatische aanpassing van sluitertijd of diafragmawaarde echter
uitschakelen door <n> (= 4 2) te openen en [Veiligheids FE] in
[Flitsbesturing] op het tabblad [4] in te stellen op [Uit].
•
U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen door <n> (= 4 2)
te openen en te kiezen voor [Flitsbel. comp.] in [Flitsbesturing] op het
tabblad [4].
•
U kunt het scherm [Func.inst. interne flitser] <n> ook als volgt openen
(behalve wanneer een optionele externe flitser op de camera is gemonteerd).
- Houd de knop <h> minimaal één seconde ingedrukt.
- Wanneer de flitser is uitgeklapt, drukt u op de knop <h> en direct daarna
op de knop <n>.
Opnamen maken met FE-lock
Net als met de AE lock (= 1 15) kunt u de belichting vergrendelen voor het
maken van opnamen met de flitser.
144
z
z
Druk op de knop <m>, kies [X] in het
menu en pas de instelling aan door op de
knoppen <q><r> te drukken of door aan
de knop <5> te draaien (= 4 1).
X
X
Als de instelling is voltooid, wordt [X]
weergegeven.
1
Klap de flitser uit en stel de
flitsmodus in op [h] (= 1 42).
Foto's
Foto's