Foto's bewerken
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
Bijsnijgebied
Voorbeeld van beeld na bijsnijden
Resolutie na bijsnijden
•
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [
of waarvan het formaat is gewijzigd in [
worden bewerkt.
•
RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
190
1
Kies [Trimmen].
z
z
Druk op de knop <n> en kies
[Trimmen] op het tabblad [1] (= 4 2).
2
Selecteer een beeld.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <5> om een beeld te kiezen en
druk op de knop <m>.
3
Pas het bijsnijgebied aan.
X
X
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
X
X
Het oorspronkelijke beeld wordt linksboven
in het scherm weergegeven en een
voorbeeld van het bijgesneden beeld
wordt rechtsboven weergegeven.
z
z
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
z
z
Als u het kader wilt verplaatsen, drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
z
z
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <l>.
z
z
Gedetecteerde gezichten in het beeld
worden met grijze kaders rond de gezichten
linksboven in het beeld weergegeven. Als u
het beeld met dit kader wilt bijsnijden, draait
u aan de knop <5> om naar het andere
kader over te schakelen.
z
z
Druk op de knop <m>.
4
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z
z
Volg stap 4–5 op = 1 88.
Foto's
] (= 7 4)
] (= 1 88), kunnen niet