Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
De verlichting functioneert
niet. Afb. !/10
Gedimde verlichting van de
bedieningselementen.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
De temperatuur in
de diepvriesruimte is
te warm.
Eventuele oorzaak
De lichtschakelaar klemt.
De verlichting is defect.
Wanneer het apparaat een
tijdje niet wordt bediend,
wordt de indicatie van het
bedieningspaneel op de
energiespaarmodus gezet.
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
De be en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Invriezen van grotere
hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Oplossing
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Controleer of er beweging in
de lichtschakelaar zit. Afb. !/9
Zie hoofdstuk „Verlichting".
Zodra het apparaat weer in gebruik is, bijv. bij
het openen van de deur, schakelt de indicatie
weer op de normale verlichting om.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
Afdekkingen verwijderen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
nl
99