4.2 Elektrische aansluiting maken
Een aansluitschema voor de servomotor vindt u in de behuizing van de servomotor en in deze uitgave van de
instructies voor installatie en onderhoud.
De bediener is er verantwoordelijk voor dat veilige systemen voor het gebruik en de handelingen worden toegepast
en gehandhaafd en de instructies voor installatie en onderhoud moeten deel uitmaken van de standaardwerkwijzen
voor onderhoud en moeten daarom op een toegankelijke plaats en in leesbare staat worden bewaard.
Met de servomotor gekoppeld aan een klep zoals beschreven in Deel 3, de spindel van de servomotor in de volledig
uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd.
-
Verwijder de afsluitdoppen en breng de juiste kabelwartels voor de locatie aan. Verwijderde afdekplaten moeten
worden gerecycled of op verantwoorde wijze worden afgevoerd.
-
Voer de elektrische voedingskabel door de kabelwartel totdat er voldoende lengte in de servomotor aanwezig
is om alle noodzakelijke verbindingen gemakkelijk te kunnen maken.
-
Markeer de voedingskabel ongeveer 10 mm boven de grondplaat van de servomotor, verwijder deze uit de
wartel en strip voorzichtig de buitenste mantel en omhulling. Voer het afval op verantwoorde wijze af.
-
Strip de afzonderlijke aders op een lengte van ongeveer 5 mm vanaf het uiteinde en zodra de juiste lengte van
de afzonderlijke aders is vastgesteld, is het beste om de uiteinden te voorzien van een geïsoleerde platte of
pintype krimpaansluiting met de juiste maat en volg waar mogelijk dit proces.
-
Leid de aders van de voedingskabel door de wartelhuls en de wartel, en sluit de aders aan op de klemmen van
de servomotor zoals aangegeven in de onderstaande aansluitschema's (of in de kap van de servomotor). Zorg
ervoor dat de geleiding van de aders hen beschermt tegen beschadiging van bewegende delen of tegen
beschadiging bij het vervangen of verwijderen van de behuizing van de servomotor.
IM-P714-02-NL CTLS-UKn-04
AEL8 serie Elektrische Lineaire Servomotoren
23