De generatoruitgang staat onder spanning wanneer de generator wordt
ingeschakeld. De uitgang is stroombegrensd en het apparaat raakt niet
beschadigd als de uitgang wordt kortgesloten, hoewel het alarm
wel afgaat en de
achtergrondverlichting van het scherm rood wordt om u te waarschuwen.
Als u op de knop Menu/Ja drukt, wordt het gebruikersmenu geopend.
Houd de knop Menu/Ja ingedrukt tot het gebruikersmenu wordt weergegeven.
Afb. 3 - Gebruikersmenu
De uitgangsspanning en alarmstroom kunnen eenvoudig worden aangepast door
de juiste menuoptie te selecteren en vervolgens de knoppen Meer en Minder links
op het scherm te gebruiken. Druk op de knop Ja om de gewijzigde waarde te
accepteren en druk op de knop Terug om terug te keren naar het generator-
scherm.
In de meeste gevallen wordt aanbevolen om de spanning in te stellen op 32 V en
de alarmstroom op 300 mA. Wanneer een lagere spanning is vereist of wordt
geadviseerd (bijvoorbeeld bij het werken in een jachthaven), kan deze eenvoudig
worden ingesteld.
Zorg ervoor dat bij Operating Mode (Bedrijfsmodus) de optie Wet Roof is
geselecteerd voordat u op de knop Terug drukt.
Het scherm keert terug naar het standaardscherm van de modus Generator.
De detectiedraad moet worden aangesloten op de rode klem en de behuizing
moet worden geaard via de zwarte klem. Zorg ervoor dat u de behuizing niet
kortsluit met de detectiedraad, want dan wordt het signaal niet gedetecteerd.
11-24
7