Inhoudsopgave
Advertenties
Voor het aanbrengen van de 4 D-batterijen voor de generator moet u de
draaidop verwijderen van elke batterijbuis aan de achterkant van de eenheid en
twee batterijen in iedere batterijbuis schuiven (pluspool naar de dop gericht), zoals
is te zien in afbeelding 22A, en de doppen daarna weer aanbrengen.
Voor het aanbrengen van de detectorbatterijen moet u eerst de detector uit de
beschermhoes halen en het batterijvak aan de achterkant van de behuizing
openen. Vervolgens moet u op de juiste polariteit letten en een batterij van het
type AA plaatsen in elk van de vier batterijsleuven.
OPMERKING: Hoewel het batterijvak over vijf sleuven beschikt, dienen er
slechts vier batterijen te worden geplaatst in de detector (zie afbeelding 22B).
Batterijbuis van generator
Afb. 22 - A - Batterijen aanbrengen in de detector - en in B, de generator
Sluit de kabel van 10 m (rode stekker) van de detectiedraad aan op de positieve
uitgang van de Wet Roof Pro2-generator, waarbij de negatieve uitgang van de
generator moet worden aangesloten op een goed aardpunt van het gebouw
(substraat), waarvoor nu de kabel van 10 m met de zwarte stekker van 4 mm naar
de krokodillenklem moet worden gebruikt.
Let op! De uitgangen van de generator mogen niet onder water komen te
staan, aangezien dit kortsluiting over de uitgangen kan veroorzaken.
De generator wordt in het ideale geval boven stilstaand water op het
dakoppervlak geplaatst. Indien het niet mogelijk is om de generator op een droge
plek te positioneren, kan de spoel van de detectiedraad als verhoging worden
gebruikt om de eenheid uit de buurt van het water te houden.
Beide onderzoekstokken bestaan uit drie delen, een handvat, een middelste
gedeelte en het onderste gedeelte met aan het uiteinde de sonde. De
11-24
Pluspool batterij
Houd deze batterijsleuf vrij
23
Advertenties
Inhoudsopgave
