Instructiehandleiding
Zorg dat de stekker in de voedingseenheid vastklikt, zodat u weet dat de eenheid veilig
gebruikt kan worden. Sluit de voedingseenheid op de oplader aan. Sluit tenslotte de
voedingseenheid op een stopcontact aan (100 - 240 V wisselstroom 50 - 60 Hz).
Als u de stekker wilt vervangen, druk dan de vergrendelingspen onder de stekker in
(gebruik daartoe bijvoorbeeld een pen) totdat de stekker een stukje naar boven
verplaatst kan worden. Verwijder vervolgens de stekker.
Oplader in de auto gebruiken
Sluit de gelijkstroomoplaadkabel aan op de oplader. Sluit de gelijkstroomoplaadkabel
aan op het contact voor 12 V gelijkstroom in de auto (gebruik niet het contact van 24 V
gelijkstroom in vrachtwagens). Zorg dat het aansluitpunt van stroom wordt voorzien. In
sommige auto's moet het contact worden ingeschakeld.
De oplader is nu klaar voor gebruik. U kunt een 9 V-blokbatterij uit categorie E plaatsen
en maximaal 4 oplaadbare batterijen uit categorie AA/AAA/C/0 (in elke willekeurige
combinatie) van het type NiMH. Plaats alle batterijen met de juiste polariteit,
overeenkomstig de symbolen in de laadsleuf.
Opladen van ronde batterijen
De oplader heeft drie functieknoppen; CURRENT (stroom), DISPLAY (display) en MODE
(modus) (zie A in de afbeelding op pagina 16). Gebruik deze knoppen om de volgende
instellingen te selecteren:
MODE button
Druk binnen 8 seconden nadat u 1 tot 4 oplaadbare batterijen hebt geplaatst op
de knop MODE om een van de volgende oplaadprogramma's te kunnen kiezen:
A
CHARGE: Hiermee wordt de batterij opgeladen. Na voltooiing van het opladen
schakelt de oplader automatisch over op druppelladen (het druppelladen
begint na alle modi)
B
DISCHARGE: Hiermee wordt de batterij ontladen, om het geheugeneffect van
batterijen tot een minimum te beperken
C
REFRESH: De status DISCHARGE REFRESH (ontladen vernieuwen) of CHARGE
REFRESH (opladen vernieuwen) wordt weergegeven op de LCD-display
wanneer de oplader wisselt tussen ontladen en opladen. Met dit proces
vernieuwt u oude batterijen en herstelt u de maximumcapaciteit. Het
vernieuwen wordt verschillende malen herhaald (maximaal 10 keer) tot de
oplader geen toename in de capaciteit meer registreert.
D
TEST: Hiermee wordt de batterij volledig opgeladen. Op de LCD-display ziet u
CHARGE TEST (laadtest). De batterij wordt ontladen en de capaciteit wordt
gemeten. Op de LCD-display ziet u DISCHARGE TEST (ontladingstest). Hiermee
wordt de batterij opnieuw geladen, gereed voor gebruik. Op de LCD-display
ziet u CHARGE TEST (laadtest).
28
11-24