8.1 Wat moet u doen als ...
Probleem
U kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een geluids‐
signaal.
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
De sensorvelden worden heet.
en een getal gaan branden.
U kunt een constant piepgeluid
horen.
gaat aan.
24
NEDERLANDS
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
Stel gedurende 10 seconden geen
kookstand in.
U hebt 2 of meer sensorvelden tege‐
lijkertijd aangeraakt.
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
U hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
U hebt iets op het sensorveld ge‐
plaatst
.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
De pan is te groot of u plaatst deze
te dicht bij de bedieningsknoppen.
Er is een fout opgetreden in de
kookplaat.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
De tweede fase van de stroomtoe‐
voer ontbreekt.
Oplossing
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet.
Verzeker u ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neemt
u contact op met een erkende installa‐
teur.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 10 seconden
in.
Raak slechts één sensorveld aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐
velden.
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neemt u contact op
met een erkende servicedienst.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Schakel de kookplaat uit en schakel
deze na 30 seconden weer in. Indien
opnieuw wordt weergegeven, trekt
u de stekker van de kookplaat uit het
stopcontact. Steek de stekker van de
kookplaat er na 30 seconden weer in.
Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met een erkende
servicedienst.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet. Verwijder
de zekering, wacht een minuut, en
plaats de zekering weer terug.