8
Intern telefoneren
Met elk telefoontoestel dat op de Homevox 1-5N is aangesloten,
kunt u andere interne toestellen bellen. U kunt een toestel bellen
door het toestelnummer van het betreffende toestel in te toetsen.
Als u niet weet waar iemand zich bevindt, kunt u alle toestellen
tegelijk bellen of gebruik maken van een bepaalde belcode.
U kunt toestellen hier ook voor blokkeren (zie paragraaf 13.5,
Interne belsignalen blokkeren).
Let op!
Als u de hoorn opneemt en de bezettoon hoort, is een van uw huis-
genoten in gesprek op een ander toestel. U kunt niet telefoneren
totdat uw huisgenoot het gesprek heeft beëindigd.
Als u een kort toonsignaal hoort tijdens een intern gesprek, komt
er een extern gesprek binnen (zie ook paragraaf 9.2, Extern gebeld
worden tijdens intern gesprek).
8.1
Intern toestel bellen
1
Neem hoorn op.
2
Toets het toestelnummer in (11, 12, 13, 14 of 15).
>
Het betreffende toestel gaat over.
Verbinding verbreken
1
Leg de hoorn neer.
8.2
Alle interne toestellen tegelijk bellen
Als u niet weet waar iemand zich bevindt, kunt u alle interne
toestellen tegelijk bellen. Alle interne toestellen gaan dan tegelijk
over.
1
Neem de hoorn op.
Toets code 60 in.
2
>
Alle interne toestellen gaan over. Als een van uw huisgenoten
opneemt, stoppen de belsignalen op de andere toestellen.
8.3
Intern bellen met belcodes
Als u niet weet waar iemand zich bevindt, kunt u met het aantal
belsignalen aangeven voor wie de oproep bestemd is. U kunt
vooraf afspreken welk aantal belsignalen bij welk persoon hoort.
37