▶ Verlaat onmiddellijk het gebouw en verhin-
der het betreden door derden.
▶ Alarmeer politie en brandweer zodra u
buiten het gebouw bent.
▶ Neem contact op met de storingsdienst
van het energiebedrijf vanaf een telefoon-
aansluiting buiten het gebouw.
1.3.3 Levensgevaar door lekken bij de
installatie onder de begane grond
Vloeibaar gas verzamelt zich op de bodem.
Als het product onder maaiveldhoogte geïn-
stalleerd wordt, kan bij lekkage een ophoping
van gas ontstaan. In dit geval bestaat explo-
siegevaar.
▶ Zorg ervoor dat vloeibaar gas in geen ge-
val uit het product en de gasleiding kan
ontsnappen.
1.3.4 Levensgevaar door afgesloten of
ondichte verbrandingsgastrajecten
Door installatiefouten, beschadiging, mani-
pulatie, niet toegestane opstellingsplaats of
dergelijke kan verbrandingsgas lekken en tot
vergiftigingen leiden.
Bij gaslucht in gebouwen:
▶ Doe alle toegankelijke deuren en ramen
wijd open en zorg voor tocht.
▶ Schakel het product uit.
▶ Controleer de verbrandingsgastrajecten
in het product en de afvoerleidingen voor
verbrandingsgas.
1.3.5 Vergiftigings- en
verbrandingsgevaar door lekkende
hete verbrandingsgassen
▶ Gebruik het product alleen met volledig
gemonteerde VLT/VGA.
▶ Gebruik het product – behalve kortstondig
voor testdoeleinden – alleen met gemon-
teerde en gesloten frontmantel.
1.3.6 Levensgevaar door explosieve en
ontvlambare stoffen
▶ Gebruik het product niet in opslagruimtes
met explosieve of ontvlambare stoffen
(bijv. benzine, papier, verf).
0020243848_01 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
1.3.7 Levensgevaar door opstelling in een
kast
Een opstelling in een kast kan bij een van de
omgevingslucht afhankelijk werkend product
tot gevaarlijke situaties leiden.
▶ Zorg ervoor dat het product voldoende van
verbrandingslucht voorzien wordt.
1.3.8 Vergiftigingsgevaar door
onvoldoende toevoer van
verbrandingslucht
Voorwaarden: Van omgevingslucht afhan-
kelijke werking
▶ Zorg voor een permanent ongehinderde
en voldoende luchttoevoer naar de opstel-
ruimte van het product volgens de ventila-
tievereisten.
1.3.9 Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
De in dit document opgenomen schema's ge-
ven niet alle voor een deskundige installatie
vereiste veiligheidsinrichtingen weer.
▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen
in de installatie.
▶ Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
1.3.10 Levensgevaar door een elektrische
schok
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
Voor u aan het product werkt:
▶ Schakel het product spanningsvrij door alle
stroomvoorzieningen alpolig uit te schake-
len (elektrische scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactopening, bijv. zeke-
ring of leidingbeveiligingsschakelaar).
▶ Beveilig tegen herinschakelen.
▶ Controleer op spanningvrijheid.
1.3.11 Verbrandingsgevaar door hete
componenten
▶ Voer werkzaamheden aan deze onderde-
len pas uit als deze zijn afgekoeld.
Veiligheid 1
5