7.
Controleer of de venturi aan gasinlaatzijde vrij is van
resten.
Opgelet!
Kans op materiële schade aan het pro-
duct!
Smeermiddelen kunnen functierelevante
kanalen in de venturi verstoppen.
▶
Gebruik geen smeermiddelen bij de mon-
tage van het gasmondstuk.
8.
Let erop het juiste gasmondstuk te gebruiken (ge-
kleurde kenmerking en positie van de pennen op de
onderkant van het gasmondstuk). De kleur van het gas-
mondstuk moet met de kleur van de codeerweerstand
op de printplaat overeenkomen.
9.
Plaats het voor de gasgroep geschikte gasmondstuk in
de nieuwe venturi (geel: aardgas).
10. Let bij het plaatsen van het gasmondstuk op correcte
plaatsing van het gasmondstuk door de positiemar-
keringen aan de bovenkant van de venturi alsook de
positioneerpennen (5) aan de onderkant van het gas-
mondstuk.
11. Bouw de componenten in omgekeerde volgorde op-
nieuw in. Gebruik daarbij nieuwe afdichtingen.
12. Voer na montage van de nieuwe venturi een gas-
soortcontrole (→ Pagina 18) en een CO₂-meting
(→ Pagina 20) uit.
9.6.5
Warmtewisselaar vervangen
1.
Maak het product leeg. (→ Pagina 31)
2.
Demonteer de compacte thermomodule. (→ Pagina 29)
3.
Trek de condensafvoerslang van de warmtewisselaar
af.
1
2
3
4.
Trek de klemmen (2) en (3) aan de aanvoeraansluiting
en aan de retouraansluiting eraf.
5.
Maak de aanvoeraansluiting los.
6.
Maak de retouraansluiting los.
7.
Verwijder telkens twee schroeven (1) aan de beide hou-
ders.
0020243848_01 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
Verhelpen van storingen 9
8.
Verwijder de onderste drie schroeven (2) aan het ach-
terste deel van de houder.
9.
Zwenk de houder rond de bovenste schroef (1) opzij.
10. Trek de warmtewisselaar naar onderen en naar rechts
en haal hem uit het product.
11. Monteer de nieuwe warmtewisselaar in omgekeerde
volgorde.
12. Vervang de pakkingen.
Aanwijzing
Om u te helpen bij het monteren kunt u wa-
ter of in de handel verkrijgbare zeep gebrui-
ken in de plaats van vetten.
13. Steek de aanvoer- en retouraansluiting tot aan de aan-
slag in de warmtewisselaar.
14. Zorg voor correcte aanbrenging van de klemmen aan
aanvoer- en retouraansluiting.
15. Bouw de compacte thermomodule in. (→ Pagina 30)
16. Vul en ontlucht het product en, indien nodig, de CV-
installatie. (→ Pagina 19)
9.6.6
Expansievat vervangen
1.
Maak het product leeg. (→ Pagina 31)
2.
Maak de schroefverbinding (4) los.
3.
Verwijder de beide schroeven (1) van de klemplaat (2).
4.
Haal de klemplaat (2) eraf.
1
2
1
2
3
4
27