Inhoudsopgave
Advertenties
11 Inspectie en onderhoud
2.
Reinig de verwarmingsspiraal (2) van de warmtewis-
selaar met water of indien nodig met azijn (tot max. 5
% zuurgehalte). Laat de azijn 20 minuten lang op de
warmtewisselaar inwerken.
3.
Verwijder de losgekomen verontreinigingen met een
voldoende sterke waterstraal of een kunststofborstel.
Zorg ervoor dat u hierbij geen andere componenten nat
maakt. Richt de waterstraal niet direct op de isolatiemat
(3) aan de achterkant van de warmtewisselaar.
◁
Het water loopt via de condensaatsifon uit de warm-
tewisselaar weg.
4.
Controleer de isolatiemat van de warmtewisselaar op
beschadigingen.
▽
Isolatiemat beschadigd:
▶
Vervang de isolatiemat.
11.3.4 Brander controleren
1.
Controleer het oppervlak van de brander (1) op bescha-
digingen. Als u schade vaststelt, vervang dan de bran-
der.
2.
Controleer de isolatie van de brander (2). Vervang de
isolatie van de brander indien nodig.
3.
Bouw een branderflensafdichting (3) in.
11.3.5 Compacte thermomodule inbouwen
5
4
3
2
1.
Plaats de compacte thermomodule (8) op de warmte-
wisselaar .
34
1
2
3
6
7
8
1
2.
Breng de bevestigingslip (7) van de luchtaanzuigbuis
aan.
3.
Draai de vier nieuwe moeren (6) kruiselings vast tot de
branderflens gelijkmatig tegen de aanslagvlakken zit.
–
Aanhaalmoment: 6 Nm
4.
Sluit de stekkers (1), (2), (3), (4) en (5) opnieuw aan.
2
4
5.
Sluit de gasleiding (4) met een nieuwe afdichting aan.
6.
Open de gaskraan.
7.
Zorg ervoor dat er geen ondichtheden zijn.
8.
Controleer of de afdichtingsring in de luchtaanzuigbuis
(3) juist in de afdichtingszitting ligt.
9.
Steek de luchtaanzuigbuis opnieuw op de aanzuigaan-
sluiting.
10. Bevestig de luchtaanzuigbuis met de klemschroef (2).
11. Sluit de siliconebuis van het testsysteem voor de lucht-
doorstromingshoeveelheid (1) opnieuw aan.
12. Controleer de gasstroomdruk. (→ Pagina 22)
11.3.6 Ontstekingselektrode controleren
3
2
1
1.
Koppel de aardingskabel (1) los.
2.
Verwijder de bevestigingsschroeven (2).
3.
Verwijder de elektrode (3) voorzichtig uit de verbran-
dingskamer.
4.
Controleer of de uiteinden van de elektroden onbescha-
digd zijn.
5.
Reinig en controleer de spleet tussen de elektroden.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020261182_01
3
1
4
Advertenties
Inhoudsopgave
