De opstartvolgorde wijzigen
In bepaalde gevallen moet u de opstartvolgorde wijzigen zodat de computer wordt opgestart vanaf het
gewenste apparaat als dit wordt gestart. Lees dit onderwerp voor meer informatie over hoe u de volgorde
voor het opstarten van de computer kunt wijzigen.
Attentie:
• Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken van een
kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u het verkeerde apparaat selecteert,
kunnen de gegevens op dat apparaat worden gewist of overschreven.
• Als u de Windows BitLocker Drive Encryption-functie gebruikt en uw computer heeft een Trusted Platform
Module, moet u de opstartvolgorde niet wijzigen. BitLocker Drive Encryption vergrendelt de computer
wanneer de wijziging van de opstartvolgorde wordt gedetecteerd.
Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Open het programma ThinkPad Setup en selecteer Startup ➙ Boot. Druk vervolgens op Enter. De lijst
met de volgorde van apparaten wordt nu weergegeven.
2. Stel de gewenste opstartvolgorde in.
3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
U kunt de opstartvolgorde tijdelijk wijzigen door het volgende te doen:
1. Zet de computer uit.
2. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F12.
3. Selecteer het apparaat waarvan u de computer wilt opstarten. Druk vervolgens op Enter.
Opmerking: Het menu Boot wordt weergegeven als de computer niet kan worden opgestart vanaf een
apparaat of als het besturingssysteem niet kan worden gevonden.
De UEFI BIOS bijwerken
De UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer aan
staat. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het besturingssysteem
en andere programma´s geladen.
Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, wordt u
mogelijk gevraagd het UEFI BIOS bij te werken. U kunt het UEFI BIOS bijwerken door uw computer op te
starten vanaf een flash-updateschijf of een programma voor flash-updates die in de Windows-omgeving kan
worden uitgevoerd.
Hier volgen de vereisten voor flash-updates:
• De computer moet zijn opgestart vanaf het LAN.
• De computer moet zijn opgestart via de Preboot eXecution Environment (PXE).
• Er moet een netwerkbeheerprogramma op de computer van de netwerkbeheerder zijn geïnstalleerd.
Ga voor instructies over het bijwerken van het UEFI BIOS naar
BIOS-menu
In dit onderwerp komen de volgende BIOS-menu's van uw computer aan de orde:
• Menu Main
• Menu Config
66
T580 en P52s Gebruikershandleiding
https://support.lenovo.com
.