Energiebeheer
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u netvoeding en batterijvoeding moet gebruiken om de beste balans
tussen snelheid en energiebeheer te vinden.
De netvoedingsadapter gebruiken
De energiebron voor uw computer kan van de batterij of van de netvoedingsadapter komen. Terwijl u
gebruikmaakt van de netvoedingsadapter, wordt de batterij automatisch opgeladen.
Uw computer wordt geleverd met een USB-C-voedingsadapter en een netsnoer.
• Wisselstroomadapter: zet wisselstroom om voor notebookcomputergebruik.
• Netsnoer: verbindt het stopcontact met de netvoedingsadapter.
De netvoedingsadapter aansluiten
Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit om de computer op de netvoeding aan te sluiten:
Attentie: Wanneer u een netsnoer gebruikt dat niet geschikt is, kan dit grote schade aan de computer
toebrengen.
1. Verbind het netsnoer met de netvoedingsadapter.
2. Sluit de voedingsadapter aan op een van de USB-C-aansluitingen op de computer.
3. Sluit het netsnoer aan op een werkend stopcontact.
Tips voor het gebruik van de netvoedingsadapter
• Haal de stekker uit het stopcontact als de netvoedingsadapter niet in gebruik is.
• Wikkel het netsnoer niet strak om de transformator van de netvoedingsadapter als het op de
transformator is aangesloten.
De batterij gebruiken
Als u met uw computer wilt werken terwijl er geen stopcontact in de buurt is, bent u voor de voeding van uw
computer afhankelijk van de batterij. Verschillende componenten van de computer hebben een verschillend
stroomverbruik. Als u componenten met een hoog stroomverbruik vaker gebruikt, raakt de batterij uiteraard
sneller leeg.
Doe meer en werk langer op de batterijen van uw ThinkPad. Mobiliteit heeft een revolutie teweeggebracht
doordat mensen hun werk overal mee naar toe kunnen nemen. Met ThinkPad-batterijen kunt u langer werken
zonder gebonden te zijn aan een stopcontact.
De oplaadstatus van de batterij controleren
Beweeg de muisaanwijzer naar het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om de
batterijstatus te controleren. Het batterijstatuspictogram geeft het percentage resterend batterijvermogen
aan en toont hoe lang u de computer kunt gebruiken voordat u de batterij moet opladen.
De snelheid waarmee de batterijspanning terugloopt, bepaalt uiteindelijk hoe lang u de computer kunt
gebruiken voordat u de batterij weer moet opladen. Omdat iedere computergebruiker anders werkt en
andere eisen stelt, is het bijzonder moeilijk te voorspellen hoe lang een opgeladen batterij meegaat. De twee
belangrijkste factoren zijn:
• De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint met werken
• De manier waarop u uw computer gebruikt, zoals bijvoorbeeld:
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
27