Installatie
OPMERKING:
Materiële schade door vorst!
Bij stroomuitval kan het water in de leidingen bevriezen.
▶ Buiten een minimaal 19 mm dikke isolatie voor de leidingen gebrui-
ken.
▶ In gebouwen moet een isolatie voor leidingen van ten minste 12 mm
dik gebruikt worden. Dit is ook voor een veilig en efficiënt warmwa-
terbedrijf belangrijk.
T
T
Afb. 5
Aansluiting van de binneneenheid met elektrische bijverwarming aan warmtepomp en cv-installatie
[1]
Warmtedrageringang (primair) van warmtepomp
[2]
Warmtedrageruitgang (primair) naar warmtepomp
[3]
Aanvoer van warmtepomp
[4]
Retour naar warmtepomp
[5]
Aanvoer CV
[6]
Afvoerleiding van het overdrukventiel
[7]
Retour CV
[8]
Partikelfilter
5.4.2
Buiteneenheid, binneneenheid en cv-installatie vullen
OPMERKING:
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie
veroorzaken.
▶ Vul de boiler en cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installa-
tie en stel de juiste druk in.
Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijv. radi-
ator).
Stel altijd een iets hogere druk in dan de gewenste druk; op die manier
ontstaat een zekere speelruimte wanneer bij toenemende temperatuur
de in het cv-water opgeloste lucht via VL1 wordt ontlucht.
8
6
7
5
8
Alle warmtetransporterende leidingen moeten van een geschikte warm-
te-isolatie conform de geldende voorschriften worden voorzien.
In de koelmodus moeten alle aansluitingen en leidingen conform de gel-
dende normen worden geïsoleerd om condensatie te voorkomen.
▶ Lekwaterslang naar onder in een vorstvrije afvoer leggen.
▶ Leidingen conform de instructies in de installatiehandleiding voor de
warmtepomp dimensioneren.
▶ Leiding van de warmtepomp op de warmtedrageringang aansluiten.
▶ Leiding naar de warmtepomp op de warmtedrageruitgang aansluiten.
▶ Retour van de cv-installatie aansluiten.
▶ Aanvoer naar cv-installatie aansluiten.
1
2
3
4
Compress 6000 AW AWE – 6720890627 (2018/12)
<50V
230V
/
400V