8. Druk de knoppen 8 tegelijkertijd in, om
de vergrendeling van het deksel 11 los
te maken.
9. Open het deksel 11 en pak de zak uit
het apparaat.
10. Controleer de sealnaad. Deze dient
glad te zijn, zonder vouwen.
9. Reinigen en opbergen
GEVAAR van verwondingen
door verbranden/verbran-
den aan kokend water!
Laat het apparaat volledig afkoelen,
voordat u het schoonmaakt op opbergt.
De sealdraad 14 wordt tijdens het ge-
bruik erg heet. Raak de hete seal-
draad 14 niet aan.
GEVAAR door een elektrische
schok!
Trek de stekker 6 van het apparaat uit
het stopcontact alvorens het apparaat
te reinigen.
GEVAAR van een elektrische
schok door vocht!
Het apparaat, het aansluitsnoer 6 en
de stekker mogen niet in water of ande-
re vloeistoffen worden gedompeld.
WAARSCHUWING voor materiële
schade!
Gebruik geen scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen.
9.1 Reinigen
Om een probleemloze functie en de volledi-
ge capaciteit van uw apparaat te waarbor-
gen, dient u het regelmatig schoon te
maken.
•
Veeg het apparaat af met een licht
vochtige doek.
•
Het apparaat moet helemaal droog zijn
alvorens het opnieuw te gebruiken.
Opvangbak
1. Pak het middelste of de beide buitenste
nokjes met vingers vast en hef de op-
vangbak voor vloeistof 17 voorzichtig
naar boven eruit.
2. Giet de vloeistof weg.
3. Spoel de opvangbak 17 met warm af-
waswater af of zet deze in de vaatwas-
ser. Droog ze goed af voordat u ze
terugplaatst.
4. Plaats de opvangbak van bovenaf in
het apparaat.
Afdichtring
1. Pak de afdichtring 16 met twee vingers
vast en trek deze er naar boven af.
2. Spoel de afdichtring 16 met warm af-
waswater af. Droog ze goed af voordat
u ze terugplaatst.
3. Plaats de afdichtring weer in de betref-
fende vorm in het apparaat. Let erop
dat deze plat ligt en geen golfjes heeft.
AANWIJZING: de afdichtring 16 is een
slijtonderdeel. Door de hoge druk verliest
deze in de loop der tijd iets van zijn vorm.
Vervang deze dan door een nieuwe (in de
leveringsomvang).
9.2 Opbergen
WAARSCHUWING voor materiële
schade!
Bij het opbergen mag het deksel 11
niet vergrendeld zijn, maar moet losjes
dichtzitten. Een langdurige vergrende-
ling zou de afdichtringen 10 en 16
kunnen beschadigen.
47
NL