WAARSCHUWING!: Onderdelen van de voeding
mogen onder geen beding worden gewijzigd en er
mag niet mee worden geknoeid. De
laagspanningskabel mag niet worden ingekort of
verlengd.
OPGELET!: Plaats de laagspanningskabel
zodanig dat deze nooit in contact kan komen met
de messen op de maaischijf.
OPGELET!: Haal de stekker uit het laadstation
wanneer u bijvoorbeeld de lusdraad wilt
schoonmaken of herstellen.
Het laadstation installeren en aansluiten
1. Zet het laadstation op een geschikte plek.
2. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation.
3. Sluit de voedingskabel van de voeding aan op een
stopcontact van 100-240 V. Wanneer de voeding op
een stopcontact buiten wordt aangesloten, moet dit
stopcontact zijn goedgekeurd voor gebruik
buitenshuis.
4. Bevestig het laadstation aan de grond met behulp van
de bijgeleverde schroeven. Draai de schroeven
zodanig aan dat ze helemaal verzonken zijn.
OPGELET!: Het is niet toegestaan om nieuwe
gaten in de grondplaat van het laadstation te
maken. Alleen de bestaande gaten mogen worden
gebruikt om de grondplaat in de grond vast te
zetten.
OPGELET!: Sta of loop nooit op de grondplaat
van het laadstation.
107 - 002 - 14.02.2017
De accu laden
Zodra het laadstation is aangesloten, kunt u de
robotmaaier opladen. Zet de hoofdschakelaar in stand
Plaats de robotmaaier in het laadstation om de accu op te
laden terwijl de begrenzingsdraad en de
begeleidingsdraad worden gelegd.
Als de accu leeg is, duurt het ongeveer 80 tot 100 minuten
om hem volledig te laden.
Let op:: De robotmaaier kan niet worden gebruikt zolang
de installatie niet is voltooid.
Grensdraad
Zorg voor correcte installatie van de begrenzingsdraad
volgens de instructie.
De begrenzingsdraad kan op een van de volgende
manieren worden geïnstalleerd:
•
De draad in de grond vastzetten met krammen.
U kunt de begrenzingsdraad het beste met krammen
vastzetten als u de plaatsing tijdens de eerste paar
weken van het gebruik wilt kunnen bijstellen. Na
enkele weken zal het gras over de draad heen zijn
gegroeid, waardoor deze niet langer zichtbaar is.
Gebruik een hamer/kunststof moker en de bijgeleverde
krammen om de installatie uit te voeren.
•
De draad ingraven.
Als u het gazon wilt verticuteren of beluchten, kunt u
de begrenzingsdraad het best ingraven. Waar nodig
kunnen beide methoden worden gecombineerd zodat
een deel van de begrenzingsdraad is vastgezet met
krammen en de rest is ingegraven. De draad kan
worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een
kantensteker of een rechte spade. Zorg dat u de
begrenzingsdraad minimaal 1 cm en maximaal 20 cm
onder de grond legt.
1 .
13