Symptomen
De robotmaaier heeft
moeite om te dokken.
Ongelijkmatige maai-
resultaten.
De robotmaaier werkt
op het verkeerde tijd-
stip
De robotmaaier trilt.
De robotmaaier rijdt,
maar de maaischijf
draait niet.
107 - 002 - 14.02.2017
Oorzaak
De begrenzingsdraad is niet in een rechte lijn
gelegd en komt niet ver genoeg uit het laadsta-
tion.
De begeleidingsdraad is niet in de sleuf onder
aan het laadstation gestoken.
Het laadstation bevindt zich op een helling.
De robotmaaier werkt te weinig uren per dag.
Aandeel is niet goed afgestemd
De instelling
op de indeling van het werkgebied.
Vanwege de vorm van het werkgebied moet
Op afstand starten 1 als Op afstand star-
zowel
ten 2 worden gebruikt, zodat de robotmaaier de
weg naar alle afgelegen gebieden vindt.
Werkgebied te groot.
Botte messen.
Lang gras ten opzichte van de ingestelde maai-
hoogte.
Gras verzameld door de maaischijf of rond de
motoras.
De klok van de robotmaaier moet worden inge-
steld.
De start- en stoptijden voor het maaien zijn ver-
keerd.
Beschadigde messen leiden tot onbalans in het
maaisysteem.
Veel messen in dezelfde positie leiden tot on-
balans in het maaisysteem.
De robotmaaier zoekt het laadstation.
Actie
Controleer of het laadstation is geïnstalleerd
volgens de instructies in
leggen op pagina 17
Voor een goede werking is het van cruciaal be-
lang dat de begeleidingsdraad perfect recht ligt
en zich in de juiste positie onder het laadstation
bevindt. Zorg er daarom voor dat de begelei-
dingsdraad altijd in de sleuf in het laadstation is
De begeleidingsdraad leggen en
gestoken. Zie
aansluiten op pagina 19 .
Plaats het laadstation op een volledig vlakke
Laadstation op pagina 10 .
ondergrond. Zie
Timer op pagina 24 .
Verleng de maaitijd. Zie
Aandeel is ingesteld op de juiste
Controleer of
waarde.
Op afstand starten 2 om de robot-
Gebruik ook
maaier naar een afgelegen gebied te sturen.
Installatie - ROB R1000 op pagina 25 . Al-
Zie
leen van toepassing op McCULLOCH ROB
R1000.
Probeer het werkgebied te verkleinen of de
maaitijd te verlengen. Zie
Vervang alle messen en schroeven zodat de
draaiende onderdelen zijn uitgebalanceerd. Zie
De zaagbladen vervangen op pagina 37 .
Verhoog de maaihoogte en stel hem later weer
lager in.
Controleer of de maaischijf vrij en soepel
draait. Als dat niet het geval is, schroeft u de
maaischijf los en verwijdert u alle gras en
vreemde voorwerpen. Zie
36 .
Stel de klok in. Zie
Tijd & datum op pagina 28 .
Reset de start- en stoptijdinstelling voor maai-
Tijd & datum op pagina 28 .
en. Zie
Controleer de messen en schroeven en ver-
vang ze indien nodig. Zie
vangen op pagina 37 .
Controleer of er bij elke schroef slechts één
mes is gemonteerd.
Geen actie De maaischijf draait niet als de ro-
botmaaier het laadstation zoekt.
De begrenzingsdraad
Timer op pagina 24 .
Reinigen op pagina
De zaagbladen ver-
43