Handlei-
b) Zet L en Guide terug in hun oorspronkelijke
posities. Verwissel vervolgens R en Guide. Als het
indicatielampje geel knippert, bevindt de breuk zich
ergens in de begrenzingsdraad tussen R en het
punt waar de begeleidingsdraad is aangesloten op
de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de
afbeelding).
Handlei-
4. Ga er vanuit dat het indicatielampje geel knipperde
tijdens test 3a) hierboven.
a) Herstel de oorspronkelijke posities van alle
aansluitingen. Ontkoppel vervolgens R. Sluit een
nieuwe lusdraad aan op R. Sluit het andere
uiteinde van de nieuwe lusdraad aan op een punt
in het midden van de installatie.Als het
107 - 002 - 14.02.2017
indicatielampje groen is of geel knippert, bevindt
de breuk zich ergens in de draad tussen het
losgekoppelde uiteinde en het punt waar de
nieuwe draad is aangesloten (dikke zwarte lijn op
onderstaande afbeelding).
Verplaats de aansluiting voor de nieuwe draad in
dat geval dichter bij het losgekoppelde uiteinde
(grofweg in het midden van het verdachte
draaddeel) en controleer opnieuw of het
indicatielampje groen is of geel knippert.
Ga zo verder totdat er nog een heel kort stuk
draad over is, wat het verschil betekent tussen een
knipperend blauw licht en een constant groen
licht.
45