SMA Solar Technology AG
8. L, N en PE overeenkomstig het opschrift op de
klemmenstrook voor de AC-aansluiting aansluiten.
Waarborg daarbij, dat de aders volledig tot aan de
isolatie in de aansluitklemmen steken. Tip: voor het
losmaken van de aders uit de klemmen moeten de
klemmen worden geopend. Steek daarvoor een
platte schroevendraaier (breedte: 3 mm) tot aan de
aanslag in de hoekige opening achter de
aansluitklem.
9. Waarborg, dat alle klemmen met de juiste aders zijn bezet.
10. Controleer of alle leidingen goed vastzitten.
11. De klemmenstrook voor de AC-aansluiting met de
aangesloten aders in de steekplaats in de omvormer
plaatsen, tot de klemmenstrook vastklikt.
12. Waarborg door lichtjes trekken aan de klemmenstrook, dat de klemmenstrook vastzit.
6.2.3
Extra aarding aansluiten
Als op de plaats van installatie een extra aarding of een potentiaalvereffening vereist is, kunt u een
extra aarding op de omvormer aansluiten. Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als
de aardleiding bij de aansluiting voor de AC-kabel kapot gaat.
De benodigde klembeugel, de cilinderschroeven M5x16, de onderlegring en de veerring zijn met
de omvormer meegeleverd.
Kabelvereisten:
Het gebruik van fijndradige leidingen
U kunt een stugge leiding of een flexibele, fijndradige leiding gebruiken.
• Als u gebruikmaakt van een fijndradige leiding moet deze met een ringkabelschoen
dubbel worden gekrompen. Zorg ervoor dat bij het trekken en buigen geen
ongeïsoleerde leiding zichtbaar is. Op die manier wordt voor voldoende trekontlasting
door de ringkabelschoen gezorgd.
☐ doorsnede van de aardleiding: maximaal 10 mm²
Werkwijze:
1. Strip de aardleiding over een lengte van 12 mm.
Bedieningshandleiding
6 Elektrische aansluiting
N
L
L N
SBxx-1VL-40-BE-nl-15
35