7.3.2. Moduskeuze
2
- 4
1 0
-
1 1
1
: 7
0 0
Mode
Smart m m ode
F & V m
mode
V mode
e
Hz
Hz
PULSE
PULSE mode
mode
20
20
%
0
600
Het meetmodus-symbool
op het meetweergavevenster, toont de actueel
ingestelde modus. Is de F&G-modus nog niet ingesteld, navigeer dan naar het
meetmodus-symbool
, activeer dit en bevestig uw keuze. Het venster voor
het kiezen van de meetmodus opent.
Voor het instellen van de F&G-modus navigeren naar het lijstitem F&G-modus
en uw keuze bevestigen door het drukken op de rechter draaiknop. Het venster
sluit en het F&G-modus-symbool wordt als actueel meetmodus-symbool
weergegeven.
7.3.3. Meetprocedure
2
- 4
1 0
-
1 1
1
: 7
0 0
1
2
3
4
Hz
160
160
0
170
170
190
190
160
160
20
19
26
20
27
27
%
0
500
Door het drukken op de opname-knop, wordt een meting gestart en uitgevoerd,
zolang de opname-knop ingedrukt wordt gehouden. Zodra u de opname-knop
loslaat, wordt de uitgevoerde meting beëindigd.
Het meetweergavevenster kan een meetreeks met de tien laatst uitgevoerde
individuele metingen weergeven. De eerste meting wordt op positie 1
weergegeven, elke volgende meting daarna vanaf positie 2 in oplopende positie.
Is de tiende positie bereikt, wordt bij elke volgende meting de eerste positie, dus
de oudste meting, gewist en de jongste meting afgebeeld op positie 10.
Bij de F&G-modus wordt de volgende informatie gevisualiseerd
in de enkele balkindicatie:
De balkhoogte toont – net als bij de V-modus – het geluidsamplitude op een
schaal van 0 tot 100. De balkkleur geeft daarnaast het frequentiebereik met de
hoogste geluidsamplitude. Hoe lichter de kleur, hoe hoger de frequentie.
Bovendien worden geluidsniveau
weergegeven onder de balkindicatie.
Bovendien wordt de actueel gemeten geluidswaarde doorlopend door de balk
voor de actuele waarde
weergegeven.
Het hoogste minimale niveau uit de meetreeks en dus de meetlocatie met de
minimale lekkagewaarschijnlijkheid, wordt bovendien met een druppelsymbool
gemarkeerd
.
NL
Menu
Help
8
9
10
Hz
%
%
2 1
0 0
Menu
Help
5
6
7
8
9
10
1
Hz
%
%
0 1
0 0
en frequentie
daarnaast numeriek
Bedieningshandleiding LD6000
☞
Omdat de meetwaarden bij de akoestische lekdetectie niet
modusspecifiek worden gemeten, maar alleen modusspecifiek wor-
Sa
ve
den weergegeven, kunt u tijdens individuele metingen altijd de meetmodus
wijzigen en de metingen tot dan toe in een andere modus analyseren
of voortzetten. De meetreeks blijft bij de modusomschakeling behouden en
wordt niet gewist.
7.4. V-modus (niveau-modus)
7.4.1. Modusbeschrijving
In de V-modus wordt uitsluitend het geluidsamplitude van de gemeten
minimale waarde als enkele balkindicatie weergegeven.
0 1
0 1
7.4.2. Moduskeuze
24-01-11 17:00
1
2
Mode
Smart mode
F & V mode
V mode
%
PULSE mode
Sa
ve
20
%
0
Het meetmodus-symbool
ingestelde modus. Is de V-modus nog niet ingesteld, navigeer dan naar het meet-
modus-symbool
, activeer dit en bevestig uw keuze.
Het venster voor het kiezen van de meetmodus opent.
Voor het instellen van de V-modus navigeren naar het lijstitem V-modus en uw
keuze bevestigen door het drukken op de rechter draaiknop.
Het venster sluit en het V-modus-symbool wordt als actueel meetmodus-symbool
29
29
weergegeven.
7.4.3. Meetprocedure
24-01-11 17:00
1
2
%
20
19
27
%
0
Door het drukken op de opname-knop, wordt een meting gestart en uitgevoerd,
zolang de opname-knop ingedrukt wordt gehouden. Zodra u de opname-knop
loslaat, wordt de uitgevoerde meting beëindigd.
Het meetweergavevenster kan een meetreeks met de tien laatst uitgevoerde
individuele metingen weergeven. De eerste meting wordt op positie 1
weergegeven, elke volgende meting daarna vanaf positie 2 in oplopende positie.
Is de tiende positie bereikt, wordt bij elke volgende meting de eerste positie, dus
de oudste meting, gewist en de jongste meting afgebeeld op positie 10.
In de V-modus toont de balkhoogte het geluidsamplitude van de gemeten
minimale waarde op een schaal van 0 tot 100.
Menu
3
4
5
6
7
8
Hz
600
1200
op het meetweergavevenster, toont de actueel
Menu
3
4
5
6
7
8
26
20
Hz
500
1000
Help
Save
9
10
10
%
Help
Save
9
10
29
%
9