De actueel ingestelde geluidssterkte wordt op het meetweergavevenster in het
symbool voor het instellen van de geluidsterkte van de koptelefoon
numeriek en daarnaast in de vorm van een tachometergrafiek weergegeven.
Instellen van de geluidssterkte voor of na metingen:
Om de geluidsterkte van de koptelefoon voor of na metingen in te stellen, in het
meetweergavescherm navigeren naar het symbool voor het instellen van de
geluidsterkte van de koptelefoon
Het venster voor het instellen van de geluidsterkte van de koptelefoon opent.
Op een schaal van 0 tot 100 % wordt de actuele geluidssterkte voor uw
koptelefoon weergegeven. Deze kunt u nu door het draaien aan de rechter
draaiknop of direct door het verschuiven van de schaalbalk met uw vinger op
het touchscreen op de gewenste geluidssterkte instellen.
Wilt u het venster verlaten, zonder de geluidssterkte te wijzigen, druk dan op
de knop annuleren.
Voor het bevestigen van een gekozen instelling, drukken op de rechter draai-
knop of knop annuleren. Alternatief kunt u uw keuze ook direct op het touchs-
creen door het drukken op het symbool voor het instellen van de geluidsterkte
van de koptelefoon
bevestigen.
De veranderingen van de geluidssterkte heeft geen invloed op de meetcurve, ook
wordt de actuele meetreeks door het veranderen van de geluidssterkte niet gewist.
Instellen van de geluidssterkte tijdens de meting:
Tijdens de meting kunt u de geluidssterkte altijd
aanpassen, door de linker draaiknop linksom te draaien
voor zachter of rechtsom voor harder.
7.2. Smart-modus
7.2.1. Modusbeschrijving
In de Smart-modus wordt voor een eenduidige lokalisatie van de
lekkagelocatie een dubbele balkweergave van geluidsniveau en Smart-
indicator weergegeven.
Aan de Smart-indicator ligt een uitgebreide berekenings- en analyse-proces op
basis van de factoren frequentie, niveau en analyse, ten grondslag.
Dit algoritme heeft zich in de praktijk bewezen bij zeer harde omgevingsgeluiden
en zeer stille lekkages.
7.2.2. Moduskeuze
24-01-11 17:00
1
2
3
4
Mode
Smart mode
F & V mode
V mode
PULSE mode
20
%
0
600
Het meetmodus-symbool
op het meetweergavevenster, toont de actueel in-
gestelde modus.
Is de Smart-modus nog niet ingesteld, navigeer dan naar het meetmodus-symbool
en activeer dit en bevestig uw keuze.
Het venster voor het kiezen van de meetmodus opent.
Voor het instellen van de Smart-modus, navigeren naar het lijstitem Smart-modus
en uw keuze bevestigen door het drukken op de rechter draaiknop.
Het venster sluit en het Smart-modus-symbool wordt als actueel meetmodus-
symbool
weergegeven.
8
, dit activeren en uw keuze bevestigen.
Menu
Help
5
6
7
8
9
10
Hz
%
1200
Bedieningshandleiding LD6000
7.2.3. Meetprocedure
altijd
24-01-11 17: 00
1
2
9
9 9
9
8
8 8
8
20
19
27
%
0
Door het drukken op de opname-knop, wordt een meting gestart en uitgevoerd,
zolang de opname-knop ingedrukt wordt gehouden. Zodra u de opname-knop
loslaat, wordt de uitgevoerde meting beëindigd.
Het meetweergavevenster kan een meetreeks met de tien laatst uitgevoerde
individuele metingen weergeven.
De eerste meting wordt op positie 1 weergegeven, elke volgende meting daarna –
vanaf positie 2 – in oplopende positie. Is de tiende positie bereikt, wordt bij elke
volgende meting de eerste positie, dus de oudste meting, gewist en de jongste
meting afgebeeld op positie 10.
Bij de Smart-modus wordt de volgende informatie gevisualiseerd
in de dubbele balkindicatie:
De rechter, smalle balkindicatie
van 0 tot 100. De grijze balkindicatie geeft hierbij de gemeten minimale waarde,
dus het voor de lokalisatie van de lekkage zachtste geluid. Deze waarde wordt
onder de balkindicatie daarnaast numeriek weergegeven
Bovendien wordt de actueel gemeten geluidswaarde doorlopend door de balk
voor de actuele waarde
De linker, brede balkindicatie
breid berekenings- en analyseproces ten grondslag ligt (zie hoofdstuk 7.2.1).
Hoe hoger de Smart-indicatorwaarde, hoe betrouwbaarder de lekkagedetectie.
Daarnaast toont de Smart-indicator in kleur de frequentie, die naar voren wordt
gehaald bij de indicatorberekening. Als vuistregel geldt: "Hoe dichterbij de lekkage,
des te hoger is de Smart-indicatorbalk en des te lichter de kleur hiervan".
Naast de balkweergave wordt de Smart-indicatorwaarde tevens numeriek
weergegeven
.
Het hoogste minimale niveau uit de meetreeks en dus de meetlocatie met de
Save
minimale lekkagewaarschijnlijkheid, wordt bovendien met een druppelsymbool
gemarkeerd
.
☞
Omdat de meetwaarden bij de akoestische lekdetectie niet
modusspecifiek worden gemeten, maar alleen modusspecifiek
worden weergegeven, kunt u tijdens individuele metingen altijd de
meetmodus wijzigen en de metingen tot dan toe in een andere modus
analyseren of voortzetten. De meetreeks blijft bij de modusomschakeling
behouden en wordt niet gewist.
10
7.3. F & G-modus (frequentie en geluidssterkte)
7.3.1. Modusbeschrijving
Bij de F&G-modus wordt in een balkindicatie tegelijk het geluidsamplitude
van de gemeten minimale waarde (balkhoogte) en het frequentiebereik
met de hoogste geluidsamplitude (balkkleur) weergegeven.
Menu
3
4
5
6
7
8
14
14 14
9
9
9 9
26
20
Hz
500
1200
geeft het geluidsamplitude op een schaal
weergegeven.
geeft de Smart-indicator, waaraan een uitge-
Help
Save
9
10
29
%
.
NL