Bovendien wordt de actueel gemeten waarde doorlopend door de balk voor de
actuele waarde u weergegeven.
Het hoogste minimale niveau uit de meetreeks en dus de meetlocatie met de
minimale lekkagewaarschijnlijkheid, wordt bovendien met een druppelsymbool
gemarkeerd
.
☞
Omdat de meetwaarden bij de akoestische lekdetectie niet
modusspecifiek worden gemeten, maar alleen modusspecifiek
worden weergegeven, kunt u tijdens individuele metingen altijd de meet -
modus wijzigen en de metingen tot dan toe in een andere modus
analyseren of voortzetten. De meetreeks blijft bij de modusomschakeling
behouden en wordt niet gewist.
7.5. PULS-modus (akoestische leidinglokalisatie
met pulsgolfgenerator)
7.5.1. Modusbeschrijving
De PULS-modus dient voor akoestische leidinglokalisatie in combinatie
met een apart verkrijgbare pulsgolfgenerator, bijvoorbeeld LD-PULS.
De pulsgolfgenerator genereert een periodiek terugkerende drukgolf, die via de
leiding via de LD6000 en een aangesloten grondmicrofoon akoestisch kan worden
waargenomen en maakt zo het lokaliseren van niet metalen waterleidingen tot
een diepte van twee meter mogelijk, zonder hiervoor de leiding te hoeven stil-
leggen.
7.5.2. Moduskeuze
24-01-11 17:00
1
1
2
2
3
3
4
4
Mode
Smart mode
F & V mode
V mode
%
%
PULSE mode
20
%
0
600
Het meetmodus-symbool
op het meetweergavevenster, toont de actueel
ingestelde modus. Is de PULS-modus nog niet ingesteld, navigeer dan naar het
meetmodus-symbool
, activeer dit en bevestig uw keuze.
Het venster voor het kiezen van de meetmodus opent.
Voor het instellen van de PULS-modus, navigeren naar het lijstitem PULS-modus
en uw keuze bevestigen door het drukken op de rechter draaiknop.
Het venster sluit en het PULS-modus-symbool wordt als actueel meetmodus-
symbool
weergegeven.
7.5.3. Meetprocedure
Door het drukken op de opname-knop, wordt een meting gestart en uitgevoerd,
zolang de opname-knop ingedrukt wordt gehouden. Zodra u de opname-knop
loslaat, wordt de uitgevoerde meting beëindigd.
Het meetweergavevenster kan een meetreeks met de tien laatst uitgevoerde
individuele metingen weergeven. De eerste meting wordt op positie 1
weergegeven, elke volgende meting daarna vanaf positie 2 in oplopende positie.
Is de tiende positie bereikt, wordt bij elke volgende meting de eerste positie, dus
de oudste meting, gewist en de jongste meting afgebeeld op positie 10.
In de PULS-modus toont de balkhoogte het geluidsamplitude van de gemeten
minimale waarde op een schaal van 0 tot 100.
1
Menu
Help
5
5
6
6
7
7
8
9
10
Hz
%
1200
Bedieningshandleiding LD6000
24-01-11 17: 00
1
2
%
35
46
20
%
0
Bovendien wordt de actueel gemeten waarde doorlopend door de balk voor de
actuele waarde
weergegeven.
Voor leidingdetectie is de actuele balkindicatie een praktisch hulpmiddel, omdat
deze de door de LD-PULS gegenereerde puls duidelijk herkenbaar weergeeft.
Direct boven de leiding is de geluidssterkte en de pulsfrequente het sterkst,
d.w.z. het hoogst.
Op de onderste tijdas
intensiteit van de puls weergegeven.
7.5.4. Filterinstelling in PULS-modus
In tegenstelling tot de filtervoorinstellingen voor lekdetectie (zie hoofdstuk 7.1.3.)
verschijnt in de PULS-modus een alleen in deze modus beschikbaar filtermodus-
symbool
.
Voorgedefinieerd is een frequentiebereik met een hoogdoorlaatfilter van 0 Hz en
Save
een laagdoorlaatfilter van 1.000 Hz. Bij de eerste keer in gebruik nemen is deze
instelling vanuit de fabriek voorgeselecteerd.
Het frequentiebereik kan indien nodig individueel worden aangepast. Navigeer
voor het aanpassen van het frequentiebereik naar het filtermodus-symbool
activeer dit en bevestig uw keuze.
Het venster voor akoestische filteraanpassing opent.
Volg de aanwijzingen voor het handmatig aanpassen van de filterfrequen-
ties, zoals in hoofdstuk 7.7.1. is beschreven.
☞
In de PULS-modus wordt het aangeraden geen gebruik te maken
10
van de automatische functie (hoofdstuk 7.7.2.), maar in plaats
hiervan de filterfrequenties handmatig aan te passen. Als uitgangspunt
geldt: Hoe groter de afstand van de LD6000 van de LD-PULS, hoe lager de
frequentie moet worden gekozen. Een frequentievenster van 0 - 350 Hz
heeft zich in de praktijk als zeer zinvol bewezen.
7.6. Actuele meetreeks wissen
Met de LD6000 kunnen maximaal tien individuele metingen als meetreeks worden
uitgevoerd en op het meetweergavevenster worden weergegeven. Bij ongewijzigde
parameterinstellingen blijft deze meetreeks in het geheugen opgeslagen, ook
als het apparaat wordt uitgeschakeld.
Deze functie is bij het praktisch gebruik van groot voordeel, omdat de laatste
meetwaarde naar de volgende meetlocatie wordt "meegenomen" en de meetreeks
daar kan worden voortgezet.
De meetreeks wordt echter direct gewist, als de sensorgevoeligheid of de voor-
geselecteerde filterinstelling wordt gewijzigd.
Voor het permanent opslaan van meetreeksen de aanwijzingen in hoofdstuk 10
opvolgen.
Voor het wissen van de op het meetweergavevenster weer-
gegeven individuele meetwaarden, eenvoudig 3 seconden
op de linker draaiknop drukken. Alle tien meetwaar -
deposities op het meetweergavevenster zijn dan weer leeg.
Menu
3
4
5
6
7
8
30
50
0-1000
Hz
4
sec
worden in een vier-seconden-venster de interval en
Help
Save
9
10
10
%
,
NL