15.1.2.2 Puntlokalisatie met grondmicrofoon
Als met de taststaafmicrofoon een defect gedeelte van een leiding is afgegrensd,
moet voor een puntlokalisatie grondmicrofoonmetingen worden uitgevoerd. Bij
het opstellen van de grondmicrofoon moet de afstand tussen twee opstelpunten
zo klein worden gekozen, dat de lekkage niet kan worden gemist. Doorgaans
moeten de afstanden minder dan één meter zijn.
15.1.2.3 Leidinglokalisatie met pulsgolfgenerator
De LD6000 heeft een speciale PULS-modus (zie hoofdstuk 7.5) voor akoestische
leidinglokalisatie in combinatie met een apart verkrijgbare pulsgolfgenerator,
bijvoorbeeld LD-PULS.
De door de LD-PULS tot zestig keer per seconde gegenereerde trillingen, kunnen
zich onder gunstige omstandigheden maximaal tot een reikwijdte van 600 meter
voortplanten in de leiding. Deze kunnen met een grondmicrofoon bovengronds
worden gelokaliseerd.
Het gebruik van de LD-PULS heeft zich vooral bij niet-metalen leidingen bewezen,
maar ook bij metalen leidingen, die vanwege storende invloeden van trafostations
of ondergrondse hoogspanningsleidingen met de gebruikelijke leidinglokalisatie-
apparaten niet eenduidig kunnen worden gelokaliseerd.
15.2. Lekdetectie met spoorgas
15.2.1 Werkingsprincipe
Met de optioneel verkrijgbare waterstofsensor LD6000 H2 is de LD6000 zeer
geschikt voor spoorgasdetectie. Hierbij wordt formeergas van het type 95/5 (95 %
stukstof, 5 % waterstof) in de verdachte leiding gebracht.
Door z'n specifieke structuur dringt waterstof zeer snel door in alle materialen,
zoals grond, beton of tegels en kan daarna aan het oppervlak met de op de
LD6000 aangesloten waterstofsensor eenvoudig tot op het punt nauwkeurig
worden gelokaliseerd.
Formeergas van het type 95/5 is niet giftig of brandbaar. Daarom kan het over
het algemeen zelfs zonder problemen worden gebruikt voor lekdetectie in
brandveilige industriële omgevingen. Bij deze toepassing moeten echter altijd
de op de gebruikslocatie geldende voorschriften worden opgevolgd.
15.2.2 Procedure bij lekzoeken met formeergas
Na het leegmaken van de te onderzoeken leiding, wordt de gasfles aangesloten
en de leiding daarna van één kant af langzaam gevuld, tot de waterstof-sensor
aan de andere kant van de leiding of op andere controlepunten een
gasconcentratie meldt. Daarna wordt de tweede kant gesloten en de druk
langzaam verhoogd naar de testdruk.
Afhankelijk van de lekgrootte en oppervlaktegesteldheid, kan daarna een pauze
van enkele minuten tot meerdere uren noodzakelijk zijn. Bij licht vochtige grond
bij groenzones duurt het bij een normale deklaag van 1,5 m ca. 60 minuten, tot
het gas ontsnapt aan het oppervlak. Het leidingtraject wordt steeds weer
nagelopen, tot de detector een concentratie weergeeft. Daarna wordt binnen het
lekoppervlak de hoogste concentratie gezocht en wordt dit punt als locatie van
de lekkage gemarkeerd.
NL
15.2.3 Praktijkgerichte bepaling van benodigde hoeveelheid
Is bij de te onderzoeken leiding al een druktest met water uitgevoerd, kan de
druk waarbij geen water meer uitstroomt bij de lekkage worden gebruikt voor
de berekening van de gashoeveelheid – anders de werkdruk.
Zo kan met de volgende volumetabel de maximale voor het lekzoeken benodigde
hoeveelheid formeergas als volgt worden berekend:
Formule: G = VL x L x D
G = Gashoeveelheid gebaseerd op proefdruk (L)
VL = Volume in liters gebaseerd op een meter leidinglengte (L)
L = Leidinglengte (m)
D = Proefdruk (bar)
Voorbeeld:
Een leiding DN 125 is 300 meter lang en moet met ca. 5 bar druk worden
gevuld:
Volume per meter x lengte =
12,27 liter x 300 meter =
3.681 liter bij 1 bar druk.
Bij 5 bar druk: 3681 liter x 5 bar = 18.405 liter
Omdat bij een in de handel gebruikelijke 50 liter fles 10.000 liter gas bij
200 bar bevat, zouden in het eerder gegeven voorbeeld ca. twee van
dergelijke formeergasflessen nodig zijn.
Er moet bij het bepalen van de behoefte rekening worden gehouden
met het bij de lekkage uitstromende gas.
Volumetabel voor verschillende leidingdiameters voor gasberekening
Leidingdiameter in mm
40
50
60
80
100
125
150
200
250
300
Bedieningshandleiding LD6000
VL (Volume in liters gebaseerd
op een meter leidinglengte)
1,26
1,96
2,83
5,02
7,85
12,27
17,66
31,4
49,06
70,65
19