Hoofdstuk 4 Onderhoud
3
Veeg het sensorglas schoon met een schone, droge doek.
Veeg zowel het bovenste als het onderste sensorglas schoon.
ATTENTIE
Krassen op het sensorglas kunnen sporen achterlaten op de afbeeldingen en kunnen leiden
tot invoerfouten. Als uw sensorglas krassen vertoont, neem dan contact op met uw Canon-
leverancier of -ondersteuningsdienst.
4
Doop een doek in water en wring deze grondig uit. Wrijf hiermee de rollen van het bovenste
deel schoon terwijl u ze ronddraait.
Probeer niet de rollen in het onderste deel te draaien. Deze rollen gewoon reinigen door de
blootliggende delen schoon te vegen.
ATTENTIE
• Reinig de rollen niet met reinigingsmiddelen omdat achterblijvende zeepresten invoerfouten
kunnen veroorzaken.
• Probeer niet de rollen in het onderste deel te draaien. Als deze rollen geforceerd worden
rondgedraaid kunnen invoerstoringen ontstaan.
5
Verwijder de rollereenheid en de vertragingsrol.
en
"De vertragingsrol verwijderen" op pag.
Reinigen tijdens ronddraaien
Alleen blootliggende delen reinigen
(Zie "De rollereenheid verwijderen" op pag. 4-9
4-11.)
4-3