Hoofdstuk 3 Basisbediening
De patchcode-functie
Er zijn twee soorten patchcode en hun functie is verschillend.
PATCH T (FILE A)
PATCH II (FILE B)
Patchcode-vellen gebruiken
1
Druk patchcodevellen af op een printer. Druk de patchcodevellen op origineel formaat af op
papier met dezelfde grootte als de afbeeldingsgegevens.
Opmerking
• Druk [PATCH II (A4)] en [PATCH T (A4)] af op papier in A4-formaat.
• Druk [PATCH II (LTR)] en [PATCH T (LTR)] af op papier in Letter-formaat.
ATTENTIE
Als u een patchcodepatroon kopieert om een nieuw formaat patchcodevel te maken, let dan
op het volgende:
• Pas de patchcode zo aan dat hij past in het effectieve patchcodedetectiegebied.
5 mm
(Effectieve gebied voor het detecteren
• Wanneer u een patchcode-patroon kopieert, dient de kopie hetzelfde formaat en dezelfde
afdrukdichtheid te hebben als het patroon op het origineel. Zeer donkere of zeer lichte
kopieën worden wellicht niet correct gescand.
Wanneer de scanner deze patchcode, gedrukt op een patchcode-vel,
herkent, maakt deze een nieuw bestand voor het document dat na het
patchcode-vel komt. De afbeelding van dit vel kan afhankelijk van de
instellingen van de toepassing al dan niet worden opgeslagen.
Wanneer de scanner deze patchcode, gedrukt op een patchcode-vel,
herkent, maakt deze een nieuw bestand beginnende vanaf het patchcode-
vel. De afbeelding van dit vel wordt ongeacht de instellingen van de
toepassing opgeslagen.
Patchcode-patronen
van patchcode-patronen.)
5 mm
5 mm
94 mm
3-25