cascade-opstelling worden gebruikt die hydronisch zijn aangesloten op eenzelfde opslagtank voor sanitair
water; op deze manier wordt de ac�vering van de sanitair warmwaterfunc�e bepaald door de
opslagtanksensor verbonden met de eerste machine, terwijl de andere machines automa�sch worden
ingeschakeld door digitale toestemming.
Het systeem gaat over naar de sanitaire modus wanneer de digitale ingang dicht gaat en verlaat de sanitaire
produc�e wanneer de digitale ingang open gaat.
I/O-bron
Parameter
ID9 ac�veerbaar via
H53
Het is mogelijk de polariteit van de digitale ingang om te keren, met de onderhoudsparameter ingesteld op
H76 = 1
In het geval dat een digitale ingang wordt geconfigureerd als oproep voor het sanitair (als alterna�ef op de
sensor), schakelt de warmtepomp over naar de sanitaire modus wanneer de digitale ingang sluit en verlaat
de sanitaire produc�e wanneer de digitale ingang opent.
Het setpoint SAN van de warmtepomp wordt niet in aanmerking genomen, het beheer van dit setpoint is
gedelegeerd aan de ontwerper, die rekening moet houden met de beveiliging sanitair warm water en met
de configura�e van het gehele systeem.
Opmerkingen: Het is mogelijk de polariteit van de digitale ingang om te keren, met de
onderhoudsparameter H75 = 0.
9.5 EXTERNE SENSOR SYSTEEMWATER
Bij sommige systeemoplossingen (bijv: warmtepomp parallel aan de ketel op hetzelfde hydronische circuit
en omloopklep) kan het noodzakelijk zijn een systeemtemperatuursensor in te schakelen zodat de regelaar
aan boord van de machine het beheer correct kan verwerken.
I/O-bron - Parameter
ST7 ac�veerbaar via H18 41
De externe systeemsensor thermoregelt de warmtepomp alleen �jdens de star�ase van de compressor, de
uitschakeling wordt beheerd door de sensor aanwezig op de aanvoer van de warmtepomp.
Ter verduidelijking volgt de tabel die de werking van het systeem illustreert:
Bedrijfsmodus Ac�eve oproep van de warmtepomp
Temperatuur gemeten door de aanvoersensor van de warmtepomp < setpoint Hea -
0.5°C
en
verwarmen
Temperatuur gemeten door de externe systeemsensor < setpoint water Hea – b22
Temperatuur gemeten door de aanvoersensor van de warmtepomp < setpoint Coo +
0.5°C
en
koelen
Temperatuur gemeten door de externe systeemsensor < setpoint Coo + b22
Opmerking: b22=5°C. Zie paragraaf 12.
9.6 HULPWEERSTANDEN
In bepaalde systeemoplossingen kan het gebruik van een integra�eweerstand voor het systeem of het
sanitair nodig blijken.
Om de interven�emodus van de integra�eweerstanden te definiëren, moet parameter r24 worden ingesteld:
-
r24=0 niet gebruikte integra�eweerstanden;
r24=1 alleen gebruik van systeemintegra�eweerstand;
-
r24=2 alleen gebruik van sanitair-integra�eweerstand;
-
-
Waarde Func�e
Gesloten contact
28
Open contact
Waarde Beschrijving
oproep sanitair ac�ef.
oproep sanitair niet ac�ef.
Schakelt externe systeemsensor in
20