Richtlijnen voor het invoeren van cijfers, letters en symbolen
Inhoud
>
Het apparaat instellen
cijfers, letters en symbolen
Richtlijnen voor het invoeren van cijfers, letters en symbolen
De volgende tekens zijn toegewezen aan de numerieke toetsen.
Knop
Hoofdlettermodus
ABCÅÄÁÀÃÂÆÇ
DEFËÉÈÊ
GH I Ï Í Ì Î
JKL
MNOÑØÖÓÒÕÔ
PQRSÞ
TUVÜÚÙÛ
WXYZÝ
-.SP*
#!",;:^`_=/|'?$@%&+()[]{}<>
Druk op de knop
Toon
(:a) en cijfermodus (:1).
*
Met SP wordt een spatie aangegeven.
Volg de onderstaande procedure om letters en cijfers in te voeren als u namen en fax- of
telefoonnummers registreert voor de informatie over de afzender of een nummer voor Verkort kiezen.
1.
Wijzig de invoermodus.
Druk op de knop Toon
(1)
-lettermodus (:a) en cijfermodus (:1).
De huidige modus wordt aangegeven met het teken dat wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van
het LCD-scherm.
Voorbeeld: hoofdlettermodus
Opmerking
Hier wordt de registratie van de toestelnaam beschreven. Als u het scherm
Gereg. toestelnaam (Unit name registr.) wilt weergeven, raadpleegt u
of telefoonnummer en naam registreren
2.
Gebruik de numerieke toetsen om een teken in te voeren.
>
Basisinstellingen opgeven voor het apparaat
Kleine-lettermodus
abcåäáàãâæç
defëéèê
gh i ï í ì î
jkl
mnoñøöóòõô
pqrsþ
tuvüúùû
wxyzý
om te schakelen tussen hoofdlettermodus (:A), kleine-lettermodus
om te schakelen tussen hoofdlettermodus (:A), kleine
Uitgebreide Handleiding
> Richtlijnen voor het invoeren van
Cijfermodus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
.
Page 26 of 865 pages
Problemen oplossen
Uw fax-