● Videoprofiel: selecteer Live 1, Live 2, Extern
of Aangepast (alleen beschikbaar vanaf
Opnamevideoprofiel). Met Live 1 en Live 2 kan
de gebruiker alleen instellingen voor Bitsnelheid
en Kwaliteit wijzigen en worden de resterende
instellingen automatisch geconfigureerd.
– Coderen: ondersteunt H.264.
– Resolutie: selecteer een resolutie die wordt
ondersteund door de camera. Maximale
beschikbare resolutie wordt automatisch gekozen,
gebaseerd op het geselecteerde videoprofiel.
– Kwaliteit: selecteer Heel hoog, Hoog, Standaard
of Laag. U kunt verschillende kwaliteitsinstellingen
toewijzen aan verschillende camera's.
– Bitsnelheid: selecteer CBR of VBR. Overdragen
gegevensformaat wordt vastgesteld met CBR
maar varieert afhankelijk van de hoeveelheid
bewegingen in de beelden met VBR.
– ips: selecteer een waarde tussen 1 en 30. Maximale
ips wordt automatisch bepaald, gebaseerd op het
geselecteerde videoprofiel.
Audio
Configureer instellingen voor audio-opname voor alle
camera's tegelijkertijd.
● Audio-codec: selecteer een audio-codec. (G.711
u-Law, G.711 a-Law of G.726)
● Audio In: selecteer een audio-invoerbron (microfoon
of lijn-in) en pas vervolgens het volume aan.
● Audio Out: pas het volume aan.
● Gekoppelde Audio In: koppelt het geselecteerde
audiokanaal aan de camera. Dit wordt alleen
ondersteund door analoge camera's.
Camera's hebben geen ingebouwde geluidsversterker.
Daarom moet de gebruiker een luidsprekersysteem
met ingebouwde versterker los aanschaffen.
Deel 2 - configuratie
47