Inhoudsopgave
Advertenties
Belichtingsopties
● Doelversterking: geef de doelversterking voor
de belichtingscompensatie op. Belichting wordt
automatisch gecompenseerd gebaseerd op
de opgegeven doelversterking. Hoe hoger de
versterking, hoe helderder de beelden.
● Plaatselijke belichting: activeer Plaatselijke
belichting. Gebruik Plaatselijke belichting op beelden
die te donker lijken vanwege achtergrondverlichting
en op beelden die overbelichte gedeelten bevatten.
Hoe groter de waarde, hoe helderder het beeld.
Bijvoorbeeld: donkere parkeergelegenheden en
tankstations in de avond bijvoorbeeld (Plaatselijke
belichting compenseert het heldere licht dat van de
koplampen van oprijdende voertuigen afkomt en
maakt de nummerplaat zichtbaar).
● Anti-flikkeren: als de verlichting in het gebied waar
de camera zich bevindt wisselstroom gebruikt, geeft
u de frequentie van de verlichting op om flikkeren te
minimaliseren. Als de frequenties overeenkomen, kan
het flikkeren helemaal verdwijnen. (NTSC: 60Hz, PAL:
50Hz).
● Trage sluiter: activeer Trage sluiter. De
modus Trage sluiter functioneert alleen bij
slechte belichtingsomstandigheden. Als de
modus Trage sluiter is ingeschakeld, worden
beelden helder weergegeven, zelfs bij slechte
belichtingsomstandigheden. De werking kan
verschillen afhankelijk van het cameramodel.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de camera
voor meer informatie.
● Focus-modus: dit wordt gebruikt om de
focusbewegingsindeling te wijzigen als Automatisch/
Handmatig/Semi-automatisch. Dit wordt mogelijk
niet op alle apparaten ondersteund.
● WDR: schakelt de WDR (Wide Dynamic Range) in
of uit. Als de zeer donkere en zeer lichte gebieden
tegelijkertijd op het scherm te zien zijn, kan WDR u
helpen om beide gebieden te herkennen.
● IRIS: selecteer het lens-lRIS-type. Als een handmatige
IRIS-lens op de camera is gemonteerd, selecteert u
Handmatig. Als een DC-type automatische IRIS-lens
is gemonteerd, selecteert u DC IRIS.
● Sluitersnelheidregeling: pas de sluitersnelheid aan.
Deze optie is alleen beschikbaar als Anti-flikkeren en
Trage sluiter beide zijn ingesteld op Uit.
– Automatisch: het systeem beoordeelt de
belichtingsomstandigheden en past de
sluitersnelheid automatisch aan.
– Handmatig: gebruik de schuifregelaar om
de gewenste sluitersnelheid te selecteren.
Selecteer de meest geschikte minimum
en maximum sluitersnelheden voor de
belichtingsomstandigheden in het gebied waar de
camera zich bevindt. (1/30 tot 1/8000)
Selecteer Toepassen nadat u een camera hebt
ingesteld om beelden van de betreffende camera
op de linkerkant van het scherm te bekijken. Als u
Toepassen of OK selecteert, wordt een pop-upvenster
weergegeven dat aangeeft of de camera goed is
ingesteld.
Deel 2 - configuratie
45
Advertenties
Inhoudsopgave
