Inhoudsopgave
Advertenties
Deel 1 - aan de slag
● Protocol: selecteer het protocol dat wordt gebruikt
door de camera (of videocodeerder) waar u naar wilt
zoeken.
Zelfs als het netwerkapparaat een protocol gebruikt
dat wordt ondersteund door de NVR, is het apparaat
zelf mogelijk niet zichtbaar voor scannen en registratie
met de NVR. Neem contact op met uw leverancier voor
meer informatie over ondersteunde netwerkapparaten
en modellen.
● Modus: selecteer de scanmodus.
– Automatisch scannen (LAN): geeft de camera's
in een LAN-omgeving weer. Als met Automatisch
scannen (LAN) geen camera wordt herkend,
gebruikt u IP-adresscan.
– IP-adresscan: voer het IP-adres van een camera in.
De NVR scant naar de camera met het opgegeven
adres. Als u het bereik van het IP-adres invoert,
scant de NVR naar camera's die binnen het bereik
van het opgegeven adres vallen. Als u een IP-
adres opgeeft, kunt u ook opgeven welke poort
moet worden gebruikt met de functie Externe
admin. Het wordt aanbevolen om de camera niet
via DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
te netwerken. Als de camera via DHCP wordt
genetwerkt, wordt mogelijk geen goede verbinding
met de camera gemaakt afhankelijk van de
wijzigingen in de externe netwerkomgeving.
14
● Geavanceerde installatie: als de camera wordt
genetwerkt, maar niet wordt gescand, gebruikt
u deze installatie. Met deze installatie kunt u de
netwerkinstelling van de VIDEO IN-poort van de NVR
wijzigen. Deze instelling is netwerkomgeving van de
camera. Controleer eerst de netwerkinstelling van de
camera voordat u deze installatie gebruikt.
Zorg ervoor dat deze instelling geen conflict
oplevert met de WAN-instelling. Raadpleeg WAN
op pagina 61 voor meer informatie over de
WAN-instelling.
– Geen: hiermee wordt deze geavanceerde installatie
uitgeschakeld.
– Handmatig: hiermee kunt u handmatig het IP-
adres en andere netwerkinstellingen invoeren.
– DHCP Client: hiermee haalt u automatisch een
IP-adres en andere netwerkinstellingen op van een
DHCP-server.
Advertenties
Inhoudsopgave
