VOORAFGAANDE CONTROLES UITVOEREN
PROBLEMEN EN MOGELIJKE REDENEN
VOOR HET STARTEN VAN INSPECTEREN NAAR ECHTE PROBLEMEN, CONTROLEER DE VOLGENDE ITEMS:
DE AIRCONDITIONER WERKT NIET
De zekering is defect of er is geen elektriciteit aanwezig.
*
De batterijen in de afstandsbediening zijn leeg.
*
De "TIMER ON" functie is actief maar de tijdinstelling van de klok is niet correct.
*
HET KOELT OF VERWARMT NIET GENOEG
De lucht inlaat of lucht uitlaat zijn verstopt op een of beide units.
*
Deuren en ramen zijn open gebleven.
*
De luchtfilter is verstopt met stof.
*
De louvers zijn niet in de correcte positie ingesteld (Cassette type modellen).
*
Geselecteerde ventilatiesnelheid is te laag.
*
De ingestelde temperatuur is te hoog of te laag.
*
De airconditioner voert automatisch ontdooien in.
*
DE LUCHT IN DE RUIMTE RUIKT NIET GOED
Muren, kleden, meubels, kleren, kunnen doordrongen worden met slechte reuk welke neerslaan
*
op de binnenunit.
Een witte nevel of koude lucht en/of water komt uit de buitenunit. De airconditioners voert
*
automatisch ontdooien uit.
LET OP
Als een van de volgende toestanden voordoen, stop dan onmiddellijk de airconditioner en neem contact op
met de installateur:
Een brandgeur wordt waargenomen.
*
LED lampjes op de binnenunits panel knippert 5 keer per seconde.
*
De zekering wordt frequent aangesproken.
*
Bij elke ander foutieve werking.
*
Als er water uit de onderkant van de binnenunit komt, is het nodig om de afvoerslang na te
kijken; er mag zich hier geen lus in bevinden of naar een hoger gedeelte worden gebracht.
Dit probleem kan het resultaat zijn van de slechte werking van de afvoerslang of van de
vlotterschakelaar, en in dit geval knippert de "ALARM" lamp (zie verder).
NOTITIE: Als de warmtelast in de ruimte te groot wordt in verhouding met de capaciteit van
de airconditioner dan zal deze vervangen moeten worden met een unit met groter
capaciteit of aanvullende verwarming/koelingapparatuur zal toegevoegd moeten worden.
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
WAARSCHUWING
- 29 -