• Tijdens de werking in drogen zal de airconditioner automatisch werken afhankelijk
van het temperatuurverschil tussen de ruimte temperatuur en de ingestelde temperatuur.
• ONTVOCHTIGEN
Komt overeen met de koel werking op een lage ventilatiesnelheid. In dit geval blijft de lucht
langer in contact met de binnenunit warmtewisselaar en wordt de ontvochtingscapaciteit
van de airconditioner vergroot.
ONTVOCHTIGEN
Het starten:
Schakel de voeding is: "OPERATION" lamp
op de unit zal gaan knipperen.
1.
Selecteer "DRY" mode met de "MODE" knop.
2.
Stel de gewenste temperatuur in door de "TEMP"
knoppen in te drukken.
In de DRY mode is de ventilatiesnelheid "AUTO"
•
ingesteld en een andere keuze is niet mogelijk.
3.
Druk de "ON/OFF" knop in om de unit te
starten: nu zal "RUN" lamp op de 1-zijdige
cassette of "OPERATION" lamp op de
plafond-vloer unit gaan branden.
NOTITIE VOOR DE GEBRUIKER:
Soms start de airconditioner niet gelijk, maar na
•
verloop van 3 minuten, ter bescherming
van de compressor.
Dit is het geval bij elke stop / start.
Het stoppen:
Druk de "ON/OFF" knop in op de afstandsbediening
om de airconditioner te stoppen.
18
NL