Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
4.4
Algemene bediening van het apparaat
. WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete onderdelen!
Bij het werken met het apparaat kunnen de kookplaat,
het kookgerei en de bereide gerechten zeer heet worden.
De opwarmtijd kan bij inductiekookplaten zeer kort zijn.
1 Vermijd contact met hete onderdelen.
1 Het apparaat in de gaten houden tijdens het koken.
Voor een optimaal gebruik van de kookplaat:
1 Controleer of de kookplaat schoon en vrij van afzettingen
is.
1 Controleer of de bodem van het gebruikte kookgerei
schoon is.
1 Til het kookgerei op voordat u deze naar een andere
positie verplaatst.
1 Gebruik kookgerei dat groot genoeg is om overlopen te
vermijden.
1 Gebruik de kookplaat niet voor het schillen, snijden en
neerleggen van levensmiddelen.
1 Let op dat er suiker, kunststof, aluminiumfolie of
soortgelijke stoffen niet in aanraking komt met de hete
kookplaat. Als dit toch het geval is, moeten deze stoffen
direct worden verwijderd.
1 Neem de instructies voor het reinigen van de kookplaat
in acht.
, „5. Reiniging" (pagina 35).
1 De afzuiging inschakelen, om de warmteontwikkeling
onder de kookplaat te verminderen.
, „4.7 Bediening van de afzuiging" (pagina 33).
Als het apparaat is uitgeschakeld, brandt
alleen de aan-/uitknop. De helderheid
fluctueert daarbij continu licht.
Om het apparaat aan te zetten:
1 De toets 3 seconden aanraken.
2 De toetsen van de kookzones, de afzuiging
en het menu komen beschikbaar voor
invoer.
Volgt geen invoer:
2 Het apparaat schakelt na 60 seconden uit.
2 Andere toetsen of indicaties doven.
Display na inschakelen:
26
Symbolen van eerder gebruikte functies (bijv. automatische
pandetectie) kan ook branden.
De kookzone wordt geselecteerd via
het 7-delig display of via automatische
pannendetectie.
1 Raak het 7-delig display aan.
2 Het 7-dekig display brandt helder.
2 De overige invoeren gelden alleen voor de
geselecteerde kookzone.
1 Kies een vermogensniveau door het
aantikken of een veegbeweging over de
schuifregelaar.
2 De stand van de schuifregelaar wordt in
kleur weergegeven.
2 De kookzone wordt overeenkomstig
opgewarmd.
2 Bij de betreffende instellingen start de
automatische afzuiging.
Het geselecteerde vermogensniveau wordt
weergegeven (bijv. vermogensniveau 5).
Wanneer een vermogensniveau is gekozen en
het symbool voor pannendetectie verschijnt:
2 Er staat geen kookgerei op de kookzone.
2 Het kookgerei is niet geschikt voor de
inductiekookplaat.
Om het apparaat uit te zetten:
1 De toets 3 seconden aanraken.
2 Bij de betreffende instellingen start
de naloopfunctie. Door het nogmaals
aanraken van de toets wordt de
naloopfunctie beëindigd.
1 Schakel het apparaat uit na het koken om energie te
besparen.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, wordt het na een
bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Restwarmte - na het uitschakelen van de
kookzone brandt het display in kleur zolang
de kookzone warm is. Als het display brandt,
bestaat er gevaar voor brandwonden.
2 De kookzone niet aanraken.
2 Geen hittegevoelige voorwerpen op de
kookzone leggen.
De overige functies van het apparaat worden in de volgende
paragrafen beschreven. Deze functies zijn alleen beschikbaar
als het apparaat is ingeschakeld.
2 Functies voor de hele kookplaat:
, „4.5 Bediening van de kookplaat" (pagina 27).
2 Functies voor de afzonderlijke kookzones.
, „4.6 Bediening van de kookzones" (pagina 30).
2 Functies voor de afzuiging.
, „4.7 Bediening van de afzuiging" (pagina 33).
6006542_a – 12.01.2023
Advertenties
Inhoudsopgave
