Inspectie en onderhoud
9.2
Veiligheidsrelevante bestanddelen
Veiligheidsrelevante bestanddelen (bijv. gasblokken) hebben een be-
grensde levensduur, die van de bedrijfsduur in schakelcycli of jaren af-
hangt.
Bij overschreden bedrijfsduur of door verhoogde slijtage kan uitval van
het betreffende bestanddeel en verlies van de installatieveiligheid tot
gevolg hebben.
▶ Veiligheidsrelevante bestanddelen niet repareren, manipuleren of
deactiveren.
▶ Veiligheidsrelevante bouwdelen bij elke inspectie en onderhoud con-
troleren, om de installatieveiligheid te controleren.
▶ Veiligheidsrelevante bestanddelen bij verhoogde slijtage of uiterlijk
bij het bereiken van de bedrijfsduur vervangen.
▶ Voor het vervangen alleen nieuwe en onbeschadigde onderdelen ge-
bruiken.
Onderdeel
Max. bedrijfsduur in
schakelcycli
Gasblok
500.000
Tabel 53 Bedrijfsduur veiligheidsrelevante bestanddelen
9.3
Hulpmiddelen voor inspectie en onderhoud
• De volgende meettoestellen zijn nodig:
– Elektronisch rookgasanalyseapparaat voor CO
gastemperatuur
– Drukmeter 0 - 30 mbar (resolutie minimaal 0,1 mbar)
▶ Gebruik warmtegeleidende pasta 8 719 918 658 0.
▶ Gebruik toegelaten vetten.
9.4
Checklists voor inspectie en onderhoud
▶ Actuele storing met servicefunctie 1-A2 oproepen.
▶ Controleer het lucht-/rookgasafvoertraject visueel.
▶ Controleer de gasaansluitdruk.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding voor minimaal en maximaal nomi-
naal warmtevermogen.
▶ Dichtheid van de gas- en waterzijdige leidingen controleren.
▶ Controleer en reinig het verwarmingslichaam.
▶ Controleer de elektroden.
▶ Controleer de brander.
▶ Controleer de terugslagklep in de menginrichting.
▶ Reinig de condenssifon.
▶ Controleer de voordruk van het expansievat voor de statische hoogte
van de CV-installatie.
▶ Controleer de vuldruk van de cv-installatie.
▶ Elektrische bedrading op beschadigingen controleren.
▶ Controleer de instellingen van het regelsysteem.
▶ Controleer de ingestelde servicefuncties volgens de sticker
"Instellingen in het servicemenu".
9.5
Gaswaarden controleren
9.5.1
Ingestelde gassoort controleren
Toestellen voor de aardgasgroep I2 E(S) zijn op 20 mbar aansluitdruk
ingesteld en verzegeld.
Toestellen voor propaan I3 P zijn op 37 mbar aansluitdruk ingesteld en
verzegeld.
Een instelling op de nominale warmtebelasting en minimale warmtebe-
lasting is niet toegelaten conform NBN B 61-002.
36
9.5.2
▶ Schakel de ketel uit.
▶ Voorwand van de toestelmantel afnemen.
▶ Verwijder de branderkap.
Max. bedrijfsduur in
jaren
10
, O
, CO en rook-
2
2
Afb. 45 Branderkap verwijderen
9.5.3
In schoorsteenvegerbedrijf start het toestel met maximale nominaal
warmtevermogen. Wanneer het schoorsteenvegerbedrijf actief is, kan
een gering nominaal warmtevermogen worden ingesteld.
Het schoorsteenvegerbedrijf kan alleen bij ingeschakelde verwarming
worden geactiveerd.
Het doorgestreepte symbool voor verwarming ] verduidelijkt, dat de
verwarming uit is.
▶ Open radiatorkranen om de warmteafgifte te waarborgen.
▶ Inschakelen verwarming.
Om waarden te meten heeft u 30 min tijd. Daarna schakelt de ketel weer
terug naar normaal bedrijf.
▶ Toets ok net zolang indrukken, tot in het display het symbool
▶ Druk op toets , om het minimale nominale warmtevermogen direct
▶ Voor het beëindigen van het schoorsteenvegerbedrijf toets d in-
▶ Radiatorkranen weer in de oorspronkelijke stand zetten.
Toestel openen
Schoorsteenvegerbedrijf instellen
wordt getoond.
In het display wordt het maximale percentage van het vermogen
100 % en afwisselend de aanvoertemperatuur getoond.
Met de toets kan het nominale warmtevermogen in 1%-stappen
worden verlaagd.
in te stellen.
In het display wordt het minimale percentage van het vermogen af-
wisselend met de aanvoertemperatuur getoond.
drukken.
Condens 5300i WT – 6721805105 (2024/03)
2.
1.
0010035489-002