ingebouwde installatie worden die voor het loshalen van alle polen
zorgen in geval van overspanning categorie III.
Het aansluiten van de geleiders van de voedingskabel van het
toestel dient als volgt uitgevoerd te worden:
•
De geleider met bruine isolatie: op de fasegeleider van de
elektrische installatie (L)
•
De geleider met blauwe isolatie: op de neutrale geleider van de
elektrische installatie (N)
•
De geleider met geelgroene isolatie: op de beschermende
geleider van de elektrische installatie (
Waterverwarmer zonder voedingskabel
3.3.
Het toestel moet aangesloten worden op een afzonderlijke
stroomkring, voorzien van een beschermer met aangegeven
nominale stroom 16А (20A voor vermogen >3700W). Het
aansluiten geschiedt door eendradige (harde) kopergeleiders: kabel
3 x 2,5 mm² voor totaal vermogen 3000W (kabel 3 x 4.0 mm² voor
vermogen boven 3700W).
In het elektrische schema voor de voeding van het toestel moet een
installatie ingebouwd worden die voor het loshalen van alle polen
zorgen in geval van overspanning categorie III.
Om de elektrische voedingsgeleider op de boiler te monteren moet
men het plastic deksel verwijderen (afbeelding 2).
Het aansluiten van de voedingsgeleiders moet volgens de
opschriften op de klemmen als volgt zijn:
•
de fasegeleider op het opschrift A of А1 of L of L1
•
de neutrale geleider op het opschrift N (B of B1 of N1)
•
Het aansluiten van de beschermende geleider op de met het
teken
aangeduide schroefverbinding is verplicht.
Na montage het plastic deksel terugplaatsen!
Toelichting aan afbeelding 2:
TS – thermoschakelaar; TR – thermoregelaar; S – schakelaar; R –
verwarmer; IL – signaallampje; F – flens; KL - kroonsteentjes.
IN GEBRUIK NEMEN VAN HET TOESTEL
VI.
Het toestel inschakelen
1.
Vóór het aanvankelijke inschakelen van het toestel moet men
ervoor zorgen dat de boiler op de juiste wijze in het elektrische
netwerk ingeschakeld en vol met water is. Het inschakelen van
de boiler geschiedt door middel van de in de elektrische installatie
ingebouwde installatie, omgeschreven in onder 3.3 van paragraaf V
of door de stekker in het stopcontact te plaatsen (indien het model
voorzien van een kabel met stekker is.
Opmerking: De modellen hebben een ingebouwde boiler en je
moet hem inschakelen. De elektrische sleutel van het apparaat
is voorzien van een reliëf en is gemarkeerd met een merkteken
Boilers met elektrische en mechanische bediening
2.
Afbeelding 2a, 2b. Legenda:
1 - Thermoregelaar
2 - Vermogensschakelaar
3 - Handvat voor temperatuurregelaar (alleen voor
temperatuurgeregelde modellen)
•
Om de hoofdschakelaar in te schakelen, drukt u op de knop
totdat deze stopt en laat u hem los. De knop blijft ingedrukt, wat
betekent dat hij aan staat. De LED's lichten ook op.
•
Als u de sleutelschakelaar wilt uitschakelen, drukt u op de knop
totdat deze stopt en laat u hem vervolgens los. De knop moet
opvallen, wat betekent dat hij uit staat. De LED's gaan ook uit.
Controle-indicatoren (indicatoren)
2.1.
Ze lichten rood - het apparaat bevindt zich in de
verwarmingsmodus;
Ze lichten blauw - het water in het apparaat wordt verwarmd en de
thermostaat schakelt de verwarming uit.
Indicatoren lichten niet wanneer:
de elektrische schakelaar van het apparaat is uitgeschakeld, of
er wordt geen elektrische stroom naar het apparaat geleverd, of
de temperatuurbeveiliging van het apparaat is uitgeschakeld - zie
punt 4 hieronder.
2.2.
Temperatuur instellen
Met deze functie kunt u de gewenste temperatuur selecteren.
Om uw keuze te maken, draait u de handgreep op het paneel
door de markering in de juiste positie te plaatsen (Fig. 2). Om de
temperatuur te verhogen, rechtsom draaien.
Waarschuwing! Maandelijks plaats van de handgreep in een positie van
maximale temperatuur gedurende één dag (tenzij het apparaat steeds in
deze mode werkt) - zie supplement I (11) Maximale temperatuur van de
thermostaat. Dit zorgt voor een hogere hygiëne van het verwarmde water
Opmerking: voor modellen die geen thermostaatknop hebben,
is de instelling van de automatische watertemperatuurinstelling
in de fabriek ingesteld - zie Bijlage I (12) „Fabriekstemperatuurinstel
lingen".
e
– Bij dit regime zal de watertemperatuur in het toestel rond 60°С
liggen. Op deze wijze wordt het warmteverlies verminderd.
Nederlands
)
.
Antivriesmodus
3.
Zet de handgreep in de stand „Antivriesmodus" volgens figuur 2.
Met deze instelling houdt het apparaat een temperatuur aan, die
voorkomt dat het water bevriest.
Waarschuwing! De stroomtoevoer naar het apparaat moet zijn
ingeschakeld. De ingebouwde waterverwarmer moet ook zijn
ingeschakeld. Het veiligheidsventiel en de pijpleiding van de
waterverwarmer naar het apparaat moet worden beveiligd tegen vorst.
Bescherming naar temperatuur (geldig voor alle modellen)
4.
Het toestel is voorzien van een speciale installatie
(thermoschakelaar) bestemd voor bescherming tegen te hoge
waterverwarming die de verwarmer van het elektrische netwerk
uitschakelt, wanneer de temperatuur te hoge waarden bereikt.
Nadat deze installatie in gang is gezet zal deze zich niet herstellen en het
toestel zal niet werken. Om het probleem op te lossen moet men zich tot
een erkende service dienstverlener of een bevoegde technicus richten.
MODELLEN VOORZIEN VAN WARMTEWISSELAAR
VII.
(SERPENTINE)
Deze toestellen zijn voorzien van warmtewisselaar en ze zijn
bestemd voor aansluiting op een verwarmingssysteem met hoogste
temperatuur van de warmtedrager 80°C. De bediening van de
stroom door de warmtewisselaar betreft de oplossing van de
bepaalde installatie en de keuze van de bediening hiervan moet
bij het ontwerpen van de installatie gemaakt worden (bijvoorbeeld:
buitenthermostaat die de temperatuur in het waterreservoir meet en
circulatiepomp of magneetventiel bedient).
De boilers voorzien van warmteweisselaar maken mogelijk het
water verwarmd als volgt te worden:
Door middel van een warmtewisselaar (serpentine). Dit is een
1.
belangrijke wijze om het water te verwarmen.
Door middel van een elektrische hulpverwarmer voorzien van
2.
automatische bediening die in het toestel ingebouwd is. Deze
wordt gebruikt als het nodig is om het water extra te verwarmen of
in geval van renovatie van het systeem van de warmtewisselaar
(serpentine). Het aansluiten op de elektrische installatie en hoe het
toestel werkt zijn vermeld in de vorige paragrafen.
Montage
Naast de hierboven beschreven montagewijze, is het bijzondere
bij deze modellen dat het niet nodig is om de warmtewisselaar op
de verwarmingsinstallatie aan te sluiten, door het volgen van de
richtingen van de op afbeelding 1d, afbeelding 1e en afbeelding 1f
aangegeven pijlen. Wij bevelen u aan stopventielen op de ingang
en de uitgang van de warmtewisselaar te monteren. Bij het stoppen
van de stroom van de warmtedrager door middel van het onderste
(stop) ventiel zult u de ongewenste circulatie hiervan vermijden in
de perioden waarin u slechts een elektrische verwarmer gebruikt.
Tijdens demontage van uw warmtewisselaar moeten de twee
ventielen gesloten zijn.
Bij het aansluiten van de warmtewisselaar op een installatie van
koperpijpen moeten dielektrische klemmen gebruikt worden.
Om de corrosie te beperken moet in de installatie pijpen met beperkte
gaas diffusie gebruikt worden.
REGELMATIG ONDERHOUD
VIII.
Gedurende de normale werking van de boiler onder de invloed van
de hoge temperatuur begint op de oppervlakte van de verwarmer
kalksteen te liggen. Dit verslechtert de warmtewisseling tussen de
verwarmer en het water. De temperatuur op de oppervlakte van
de verwarmer en eromheen wordt hoger. Men begint een typisch
geluid /van kokend water/ te horen. De thermoregelaar begint
zich vaker in en uit te schakelen. Een "vals" in gang zetten van de
temperatuurbescherming is mogelijk. Daarom beveelt de fabrikant
van dit toestel aan om preventieve handhaving iedere twee jaar
door een erkende service dienstverlener gedaan te worden en
deze dienst is ten laste van de klant. Deze preventieve handhaving
moet ontkalken en controle van de anode beschermer bevatten
(bij boilers met glas-keramische dekking) en indien nodig deze te
vervangen.
Om het toestel te reinigen een vochtig doekje gebruiken. Geen
abrasieve of oplossende middelen gebruiken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor alle gevolgen die uit het
niet volgen van deze handleiding voortvloeien.
Instructies ten behoeve van milieubescherming
De oude elektrische toestellen bevatten hoogwaardige
stoffen en om deze reden moeten deze niet samen
met het huishoudelijke afval weggooien! Gelieve actief
samen te werken ten behoeve van het behoud van de
grondstoffen en het milieu en het toestel bij de geregelde
ikooppunten (indien aanwezig) af te leveren.
Instructies voor gebruik en onderhoud
83
NL