REMKO Serie DZH
Tabel Storingen (vervolg)
Storing
Het apparaat schakelt
uit tijdens bedrijf.
(Het storingslampje in
de branderautomaat
gaat branden)
(Vervolg)
Rookvorming tijdens
bedrijf.
Het apparaat schakelt
niet uit in bedrijfsstand
"0".
16
Mogelijke oorzaken
Lekkage in de aanzuigleiding of in het
brandstoffilter.
Het veiligheidsrooster van de luchttoe-
voerventilator is vervuild.
Uitschakeling door veiligheidstempera-
tuurbegrenzer (STB).
Luchtbellen in het brandstofsysteem.
De ventilatie is niet voldoende.
De fotocel is vervuild resp. defect.
Paraffineafscheiding in de stookolie.
De ventilatormotor is overbelast. (De
ventilator loopt onregelmatig of is
geblokkeerd)
Het brandstoffilter is vervuild.
De oliesproeier is verstopt resp. heeft
een verkeerde maat.
De luchtschuifregelaar van de bran-
derkop is versteld resp. vervuild.
De pompdruk is niet juist ingesteld.
Lekkage in de aanzuigleiding of in het
brandstoffilter.
Het veiligheidsrooster van de luchttoe-
voerventilator is vervuild.
Luchtbellen in het brandstofsysteem.
De ventilatie is niet voldoende.
De magneetklep sluit niet.
De bedrijfsschakelaar heeft geen
functie.
Oplossing
Controleer en evt. defecte onderdelen
afdichten of vervangen.
Veiligheidsrooster reinigen.
Aanzuigrooster controleren en evt. rei-
nigen en de branderautomaat weer ont-
grendelen.
Het apparaat starten, zodat de lucht via
het mondstuk wordt afgevoerd. Deze
procedure evt. tot 3 keer herhalen.
Deur of venster openen.
Fotocel controleren en eventueel ver-
vangen.
Het volledige brandstofsysteem
schoonmaken. Zie ook hoofdstuk "Inbe-
drijfstelling".
Ventilatormotor laten afkoelen. Brand-
stofpomp op soepel lopen controleren.
Motor op elektrische en mechanische
werking controleren.
Brandstoffilter vervangen.
Mondstuk vervangen (let op het juiste
type en de juiste grootte!).
Door middel van CO
-indicator en roet-
2
pomp opnieuw instellen. (CO
12 %, roetaandeel conf. Bacharach 0 –
1).
Pompdruk door middel van eigen
manometer instellen.
Controleer en evt. defecte onderdelen
afdichten of vervangen.
Veiligheidsrooster reinigen.
Het apparaat starten, zodat de lucht via
het mondstuk wordt afgevoerd. Deze
procedure evt. tot 3 keer herhalen.
Deur of venster openen.
Brandstofleiding op het hoofdfilter los-
koppelen (de vlam dooft).
Bedrijfsschakelaar controleren en even-
tueel vervangen.
ca. 11 –
2