Verhelpen Van Storingen En Klantenservice - REMKO DZH Series Bedienings- En Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor DZH Series:
- Bedienings- en installatiehandleiding (20 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (20 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
REMKO Serie DZH
8
Verhelpen van storingen en klantenservice
De apparaten en componenten worden volgens de modernste methodes gefabriceerd, en meervoudig op
feilloze werking gecontroleerd. Als er desondanks toch storingen optreden, controleer dan de werking vol-
gens de onderstaande lijst. Bij installaties met binnen- en buitenunit moet eveneens het hoofdstuk "Ver-
helpen van storingen en service" uit beide bedieningshandleidingen worden opgevolgd. Als alle controles
zijn uitgevoerd en het apparaat nog steeds niet probleemloos werkt, licht dan uw gespecialiseerd bedrijf in!
Tabel Storingen
Storing
De luchttoevoerventi-
lator start niet.
De luchttoevoerventi-
lator draait, maar de
brander wordt niet ont-
stoken.
14
Mogelijke oorzaken
Het apparaat heeft geen stroomvoor-
ziening.
Geen stekker in de contactdoos van de
thermostaat.
De ruimtethermostaat is te laag inge-
steld.
Functiestoring in de branderautomaten. Branderautomaat vervangen.
De ventilatormotor is overbelast. (De
ventilator loopt onregelmatig of is
geblokkeerd)
De brandstofpomp is geblokkeerd.
De bedrijfsschakelaar heeft geen
functie.
Lucht in het brandstofsysteem tijdens
het starten.
Het storingslampje in de branderauto-
maat brandt.
Functiestoring in de branderautomaten. Branderautomaat vervangen.
De brandstoftank is leeg.
Het brandstoffilter is vervuild.
De oliesproeier is verstopt resp. heeft
een verkeerde maat.
De elektroden zijn onjuist ingesteld / de
isolatie is gescheurd.
De luchtschuifregelaar van de bran-
derkop is versteld resp. vervuild.
Oplossing
Voedingsstekker, stopcontact en net-
spanning controleren.
Thermostaat-/brugstekker koppelen
aan de thermostaatcontactdoos.
Ruimtethermostaat hoger dan werke-
lijke ruimtetemperatuur instellen.
Ventilatormotor laten afkoelen. Brand-
stofpomp op soepel lopen controleren.
Motor op elektrische en mechanische
werking controleren.
Brandstofpomp controleren en even-
tueel vervangen.
Bedrijfsschakelaar controleren en even-
tueel vervangen.
De storingsknop van de branderauto-
maat indrukken. Zo nodig herhalen
(max. 3 keer).
Branderautomaat door het indrukken
van de storingsknop ontgrendelen.
Brandstoftank met schone stookolie EL
resp. diesel vullen.
Brandstoffilter vervangen.
Mondstuk vervangen (let op het juiste
type en de juiste grootte!).
Ontstekingselektroden opnieuw
instellen, evt. vervangen.
Door middel van CO
-indicator en roet-
2
pomp opnieuw instellen. (CO
12 %, roetaandeel conf. Bacharach 0 –
1).
ca. 11 –
2
Advertenties
Inhoudsopgave
